Einde inhoudsopgave
Europese Overeenkomst nopens de arbeidsvoorwaarden voor de bemanningen van motorrijtuigen in het internationale vervoer over de weg (AETR)
Artikel 3 Toepassing van een aantal bepalingen van deze Overeenkomst op wegvervoer verricht door voertuigen ingeschreven in de landen die geen Partij zijn bij deze Overeenkomst
Geldend
Geldend vanaf 20-09-2010
- Bronpublicatie:
20-03-2009, Trb. 2009, 161 (uitgifte: 29-10-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
20-09-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-09-2010, Trb. 2010, 219 (uitgifte: 07-09-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Vervoersrecht / Wegvervoer
1.
Elke Overeenkomstsluitende Partij past ten aanzien van internationaal wegvervoer, verricht door een voertuig dat is ingeschreven op het grondgebied van een land dat geen Partij is bij deze Overeenkomst, op haar grondgebied bepalingen toe die ten minste even streng zijn als die welke zijn neergelegd in de artikelen 5, 6, 7, 8, 9 en 10 van deze Overeenkomst.
2
a.
Elke Overeenkomstsluitende Partij heeft echter de bevoegdheid, bij voertuigen die zijn geregistreerd in een land dat geen Partij is bij deze Overeenkomst, in plaats van het controle apparaat overeenkomstig de bepalingen van de Bijlage bij deze Overeenkomst, slechts handmatig door ieder bemanningslid ingevulde dagelijkse registratiebladen te eisen voor het tijdvak vanaf het tijdstip van binnenkomst op het grondgebied van de eerste Overeenkomstsluitende Partij.
b.
Hiertoe noteert elk bemanningslid op zijn registratieblad de informatie met betrekking tot zijn beroepsactiviteiten en rusttijden, met gebruikmaking van de juiste grafische symbolen als omschreven in artikel 12 van de Bijlage bij deze Overeenkomst.