Einde inhoudsopgave
Europese Overeenkomst nopens de arbeidsvoorwaarden voor de bemanningen van motorrijtuigen in het internationale vervoer over de weg (AETR)
Artikel 11 Controle door de onderneming
Geldend
Geldend vanaf 20-09-2010
- Bronpublicatie:
20-03-2009, Trb. 2009, 161 (uitgifte: 29-10-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
20-09-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-09-2010, Trb. 2010, 219 (uitgifte: 07-09-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Vervoersrecht / Wegvervoer
1.
De onderneming dient het vervoer over de weg zodanig te organiseren en de leden van de bemanning zodanig te instrueren dat deze kunnen voldoen aan de bepalingen van deze Overeenkomst.
2.
Zij oefent een regelmatige controle uit op de rijtijden en op de aan ander werk bestede uren, en op de rusttijden, waarbij zij zich bedient van alle tot haar beschikking staande documenten, zoals de persoonlijke controleboekjes. Bij constatering van een inbreuk op deze Overeenkomst dient zij hieraan terstond een einde te maken en maatregelen te nemen tegen herhaling bijvoorbeeld door het wijzigen van werkroosters en reisroutes.
3.
Het is verboden aan bestuurders in loondienst betalingen te verrichten, ook niet in de vorm van premies of loontoeslagen, naar gelang de afgelegde afstand en/of de hoeveelheid vervoerde goederen, tenzij deze betalingen naar hun aard de verkeersveiligheid niet in gevaar kunnen brengen of inbreuken op deze Overeenkomst aan te moedigen.
4.
Een vervoersonderneming is aansprakelijk voor inbreuken van de bestuurders van de onderneming, ook wanneer die inbreuken zijn gepleegd op het grondgebied van een andere Overeenkomstsluitende Partij of een niet-Overeenkomstsluitende Partij.
Onverminderd het recht van de Overeenkomstsluitende Partijen om vervoersondernemingen volledig aansprakelijk te stellen, kunnen de Overeenkomstsluitende Partijen die aansprakelijkheid afhankelijk stellen van de inbreuk van de onderneming op het eerste of tweede lid. De Overeenkomstsluitende Partijen mogen alle bewijsstukken in aanmerking nemen waarmee aangetoond wordt dat de vervoersonderneming redelijkerwijs niet aansprakelijk kan worden gesteld voor de gepleegde inbreuk.
5.
Ondernemingen, expediteurs, bevrachters, touroperators, hoofd- en onderaannemers en uitzendbureaus voor bestuurders zorgen ervoor dat contractueel overeengekomen tijdschema's voor het vervoer aan deze Overeenkomst voldoen.