Einde inhoudsopgave
Besluit activiteiten leefomgeving
Artikel 4.74 (afbakening mogelijkheid maatwerk)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
14-06-2021, Stb. 2021, 299 (uitgifte: 25-06-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
03-07-2018, Stb. 2018, 293 (uitgifte: 31-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Een maatwerkregel of maatwerkvoorschrift waarmee een emissiegrenswaarde voor koolmonoxide als bedoeld in artikel 4.73, eerste lid, wordt verhoogd, bevat een emissiegrenswaarde voor koolmonoxide van niet meer dan:
- a.
50 mg/Nm3 in een daggemiddelde, naast het tienminutengemiddelde; of
- b.
100 mg/Nm3 in een uurgemiddelde als de wervelbedtechnologie wordt gebruikt.
2.
Een maatwerkregel of maatwerkvoorschrift waarmee een halfuur- of daggemiddelde emissiegrenswaarde voor stikstofoxiden als bedoeld in artikel 4.73, eerste lid, wordt verhoogd, bevat een halfuur- en daggemiddelde emissiegrenswaarde voor stikstofoxiden van niet meer dan 150 mg/Nm3.
3.
Een maatwerkregel of maatwerkvoorschrift waarmee een halfuur- of daggemiddelde emissiegrenswaarde voor ammoniak als bedoeld in artikel 4.73, eerste lid, wordt verhoogd, bevat een halfuur- en daggemiddelde emissiegrenswaarde voor ammoniak van niet meer dan 10 mg/Nm3.
4.
Voor een afvalverbrandingsinstallatie of afvalmeeverbrandingsinstallatie die voor 12 november 2019 in gebruik is genomen, kan met een maatwerkregel of maatwerkvoorschrift de emissiegrenswaarde voor de som van dioxinen en furanen, bedoeld in artikel 4.73, eerste lid, worden verhoogd tot ten hoogste 0,06 ng/Nm3.
5.
Voor een afvalverbrandingsinstallatie of afvalmeeverbrandingsinstallatie die voor 12 november 2019 in gebruik is genomen en waar injectie van droog adsorbent wordt toegepast voor de verwijdering van waterstoffluoride en zoutzuur, kunnen met een maatwerkregel of maatwerkvoorschrift de halfuur- of daggemiddelde emissiegrenswaarden, bedoeld in artikel 4.73, eerste lid, worden verhoogd, tot ten hoogste 1 mg/Nm3 voor waterstoffluoride en 8 mg/Nm3 voor zoutzuur.