Einde inhoudsopgave
Besluit activiteiten leefomgeving
Artikel 4.63 (toepassingsbereik)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
26-04-2022, Stb. 2022, 172 (uitgifte: 05-05-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
03-07-2018, Stb. 2018, 293 (uitgifte: 31-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Deze paragraaf is van toepassing op het exploiteren van een afvalverbrandingsinstallatie of een afvalmeeverbrandingsinstallatie waar vaste of vloeibare afvalstoffen worden verbrand of meeverbrand.
2.
Een afvalverbrandingsinstallatie en een afvalmeeverbrandingsinstallatie omvatten:
- a.
verbrandingsstraten of meeverbrandingsstraten en voorzieningen voor ontvangst, opslag en voorbehandeling van de afvalstoffen op de locatie;
- b.
systemen voor de toevoer van afvalstoffen, brandstof en lucht;
- c.
ketels;
- d.
voorzieningen voor de behandeling van afgassen;
- e.
voorzieningen voor de behandeling of opslag van afvalverbrandingsresiduen en afvalwater;
- f.
schoorstenen; en
- g.
apparatuur en systemen voor de regeling van het verbrandingsproces of meeverbrandingsproces en voor de registratie en monitoring van de omstandigheden van verbranding of meeverbranding.
3.
Als voor de thermische behandeling van afvalstoffen andere processen dan oxidatie worden gebruikt, omvat de afvalverbrandingsinstallatie of de afvalmeeverbrandingsinstallatie het proces voor thermische behandeling en ook het daaropvolgende verbrandingsproces.
4.
Deze paragraaf is niet van toepassing op:
- a.
een afvalverbrandingsinstallatie of afvalmeeverbrandingsinstallatie waarin alleen de volgende afvalstoffen thermisch worden behandeld of producten van thermische behandeling van alleen de volgende afvalstoffen worden verbrand:
- 1°
rie-biomassa;
- 2°
radioactieve afvalstoffen; of
- 3°
afvalstoffen die zijn ontstaan bij de exploratie en exploitatie van oliebronnen en gasbronnen vanaf een installatie in zee en die aan boord van die installatie worden verbrand;
- b.
een experimentele afvalverbrandingsinstallatie of afvalmeeverbrandingsinstallatie voor onderzoek, ontwikkeling en tests om het thermisch behandelingsproces te verbeteren, waarin per kalenderjaar minder dan 50 ton afvalstoffen wordt verwerkt;
- c.
een vaste technische eenheid voor vergassing of pyrolyse, als de gassen die het resultaat zijn van deze thermische behandeling van afvalstoffen voordat ze worden verbrand zo worden gereinigd dat bij de verbranding ervan niet meer emissies ontstaan dan bij de verbranding van aardgas; en
- d.
stookinstallaties bij een veehouderij met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van ten hoogste 5 MW, die als brandstof alleen onverwerkte mest van gevogelte als bedoeld in artikel 9, onder a, van de verordening dierlijke bijproducten gebruiken.