Einde inhoudsopgave
Besluit activiteiten leefomgeving
Artikel 4.96 (afval: in ontvangst nemen van afvalstoffen)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
12-09-2023, Stb. 2023, 298 (uitgifte: 15-09-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
03-07-2018, Stb. 2018, 293 (uitgifte: 31-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2023, Stb. 2023, 320 (uitgifte: 02-10-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Met het oog op een doelmatig beheer van afvalstoffen worden afvalstoffen alleen in ontvangst genomen als:
- a.
de massa van de afvalstoffen is vastgesteld en geregistreerd, zo mogelijk per categorie als bedoeld in de bijlage bij de afvalbeschikking;
- b.
van de gevaarlijke afvalstoffen representatieve monsters zijn genomen, zo mogelijk voordat de lading wordt gelost en die monsters zijn geanalyseerd;
- c.
degene waarvan de gevaarlijke afvalstoffen in ontvangst worden genomen de volgende gegevens heeft verstrekt en daarvan de gegevens, bedoeld onder 1° en 2°, zijn gecontroleerd:
- 1°
de begeleidingsbrieven, bedoeld in artikel 10.39, eerste lid, onder b, Wet milieubeheer, en, voor zover van toepassing, het vervoersdocument voor grensoverschrijdende afvaloverbrengingen, bedoeld in bijlage IB bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen (PbEU 2006, L 190);
- 2°
de gegevens die bij of krachtens de Wet vervoer gevaarlijke stoffen zijn vereist;
- 3°
de gegevens over de gevaarlijke eigenschappen van de gevaarlijke afvalstoffen;
- 4°
de gegevens over de stoffen waarmee de gevaarlijke afvalstoffen niet mogen worden gemengd;
- 5°
de gegevens over de bij de behandeling van de gevaarlijke afvalstoffen te treffen voorzorgsmaatregelen;
- 6°
de fysische, en als dat mogelijk is, chemische samenstelling van de afvalstoffen; en
- 7°
alle overige gegevens die nodig zijn voor de beoordeling van de geschiktheid van die stoffen voor het beoogde verbrandingsproces.
2.
De monsters, bedoeld in het eerste lid, onder b, worden ten minste een maand na het thermisch behandelen van de partij waaruit de monsters zijn genomen bewaard. De fysische en chemische samenstelling blijft ongewijzigd.
3.
De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onder a en c, worden ten minste vijf jaar na het thermisch behandelen van de partij waarop de gegevens betrekking hebben bewaard.