Einde inhoudsopgave
Besluit activiteiten leefomgeving
Artikel 4.100 (afval: afvalverbrandingsresiduen en terugwinnen warmte afvalmeeverbrandingsinstallatie)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
03-07-2018, Stb. 2018, 293 (uitgifte: 31-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Met het oog op een doelmatig beheer van afvalstoffen bij een afvalmeeverbrandingsinstallatie worden afvalverbrandingsresiduen gerecycled als dat mogelijk is en dat de voorkeur heeft.
2.
Een afvalmeeverbrandingsinstallatie is zo ontworpen, uitgerust en gebouwd en wordt zo geëxploiteerd dat, zelfs in de meest ongunstige omstandigheden, het door de meeverbranding van afvalstoffen ontstane gas, twee seconden op beheerste en homogene wijze wordt verhit tot een temperatuur, van:
- a.
ten minste 850 °C; of
- b.
ten minste 1.100 °C als gevaarlijke afvalstoffen met een gehalte dat hoger is dan 1% gehalogeneerde organische stoffen, uitgedrukt in chloor, worden meeverbrand.
3.
Er wordt een automatisch systeem gebruikt dat de toevoer van afvalstoffen voorkomt totdat bij het in werking stellen de temperatuur is bereikt die op grond van het tweede lid is vereist of als de vereiste temperatuur niet blijft gehandhaafd.