Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2010/75/EU inzake industriële emissies en emissies uit de veehouderij (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging)
Artikel 36 Geologische opslag van kooldioxide
Geldend
Geldend vanaf 06-01-2011
- Bronpublicatie:
24-11-2010, PbEU 2010, L 334 (uitgifte: 17-12-2010, regelingnummer: 2010/75/EU)
- Inwerkingtreding
06-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2010, PbEU 2010, L 334 (uitgifte: 17-12-2010, regelingnummer: 2010/75/EU)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Afval
1.
De lidstaten zorgen ervoor dat de exploitanten van alle stookinstallaties met een nominaal elektrisch vermogen van 300 megawatt of meer, waarvan de oorspronkelijke bouwvergunning of, bij ontbreken van een dergelijke procedure, de oorspronkelijke exploitatievergunning is verleend na de inwerkingtreding van Richtlijn 2009/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de geologische opslag van kooldioxide (1), hebben beoordeeld of aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- a)
er zijn geschikte opslaglocaties beschikbaar,
- b)
vervoersfaciliteiten zijn technisch en economisch haalbaar,
- c)
het is technisch en economisch haalbaar om de installatie achteraf aan kooldioxideafvang aan te passen.
2.
Als aan de voorwaarden van lid 1 is voldaan, zorgt de bevoegde autoriteit ervoor dat geschikte ruimte op het terrein van de installatie wordt vrijgemaakt om kooldioxide af te vangen en te comprimeren. De bevoegde autoriteit bepaalt op basis van de in lid 1 bedoelde beoordeling en andere beschikbare informatie of aan deze voorwaarden is voldaan, in het bijzonder ten aanzien van de bescherming van het milieu en de gezondheid van de mens.
Voetnoten
PB L 140 van 5.6.2009, blz. 114.