Einde inhoudsopgave
Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee
Artikel 153 Stelsel van exploratie en exploitatie
Geldend
Geldend vanaf 16-11-1994
- Bronpublicatie:
10-12-1982, Trb. 1984, 55 (uitgifte: 22-06-1984, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
16-11-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-10-1996, Trb. 1996, 272 (uitgifte: 01-01-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De werkzaamheden in het Gebied worden uit naam van de gehele mensheid georganiseerd en verricht en er wordt toezicht op uitgeoefend door de Autoriteit overeenkomstig dit artikel alsmede andere desbetreffende bepalingen van dit Deel en de desbetreffende Bijlagen, en de regels, voorschriften en procedures van de Autoriteit.
2.
De werkzaamheden in het Gebied worden verricht zoals voorgeschreven in het derde lid:
- a.
door de onderneming, en
- b.
te zamen met de Autoriteit door Staten die Partij zijn of staatsondernemingen of natuurlijke personen of rechtspersonen die de nationaliteit bezitten van de Staten die Partij zijn of onder het daadwerkelijk toezicht staan van deze Staten of hun onderdanen, wanneer deze Staten voor hen borg staan, of een groep van de hierboven genoemden, die voldoet aan de eisen bepaald in dit Deel en in Bijlage III.
3.
De werkzaamheden in het Gebied worden verricht overeenkomstig een officieel schriftelijk werkplan, opgesteld overeenkomstig Bijlage III en door de Raad goedgekeurd na toetsing door de Juridische en Technische Commissie. In het geval van werkzaamheden in het Gebied die volgens vergunning van de Autoriteit worden verricht door de lichamen aangegeven in het tweede lid, letter b, heeft het werkplan, overeenkomstig Bijlage III, artikel 3, de vorm van een contract. Deze contracten kunnen voorzien in gezamenlijke regelingen overeenkomstig Bijlage III, artikel 11.
4.
De Autoriteit oefent het toezicht uit op de werkzaamheden in het Gebied dat nodig is ten einde naleving te verzekeren van de desbetreffende bepalingen van dit Deel en de daarop betrekking hebbende bijlagen, en de regels, voorschriften en procedures van de Autoriteit en de overeenkomstig het derde lid goedgekeurde werkplannen. De Staten die Partij zijn helpen de Autoriteit bij het nemen van alle maatregelen die nodig zijn om overeenkomstig artikel 139 deze naleving te verzekeren.
5.
De Autoriteit heeft het recht te allen tijde maatregelen zoals bepaald in dit Deel te nemen ter verzekering van de naleving van de bepalingen ervan en van de uitoefening van de toezichthoudende en reglementaire functies die haar zijn opgedragen krachtens dit Deel of krachtens een contract. De Autoriteit heeft het recht alle installaties in het Gebied die worden gebruikt in verband met werkzaamheden in het Gebied te inspecteren.
6.
Een contract op grond van het derde lid voorziet in de bescherming van de contractuele rechten. Een contract wordt derhalve niet herzien, opgeschort of beëindigd behalve overeenkomstig de artikelen 18 en 19 van Bijlage III.