Einde inhoudsopgave
Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 16-11-1994
- Bronpublicatie:
10-12-1982, Trb. 1984, 55 (uitgifte: 22-06-1984, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
16-11-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-10-1996, Trb. 1996, 272 (uitgifte: 01-01-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
Verdrag van 10 december 1982
De Staten die Partij zijn bij dit Verdrag,
Geleid door de wens om in een geest van wederzijds begrip en wederzijdse samenwerking alle problemen met betrekking tot het recht van de zee te regelen, en zich bewust van de historische betekenis van dit Verdrag als een belangrijke bijdrage tot de handhaving van vrede, gerechtigheid en vooruitgang voor alle volkeren van de wereld,
Vaststellend dat de ontwikkelingen, die zich hebben voorgedaan sinds de Conferenties van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee, gehouden te Genève in 1958 en 1960, de noodzaak hebben beklemtoond van de totstandkoming van een nieuw en algemeen aanvaardbaar Verdrag inzake het recht van de zee,
Zich ervan bewust dat de problemen van de oceanen nauw met elkaar zijn verbonden en als een geheel dienen te worden beschouwd,
Erkennend dat het wenselijk is om door middel van dit Verdrag, met inachtneming van de soevereiniteit van alle staten, een rechtsorde voor de zeeën en oceanen in te stellen, die de internationale verbindingen vergemakkelijkt en het vreedzame gebruik van de zeeën en oceanen, het rechtvaardige en doelmatige gebruik van de rijkdommen ervan en de instandhouding van de levende rijkdommen ervan alsmede de studie, de bescherming en het behoud van het mariene milieu bevordert,
Indachtig het feit dat de verwezenlijking van deze doeleinden zal bijdragen tot de totstandkoming van een billijke en rechtvaardige internationale economische orde die rekening houdt met de belangen en behoeften van de gehele mensheid en in het bijzonder met de specifieke belangen en behoeften van de ontwikkelingslanden, of deze nu aan zee grenzen of door land worden omsloten,
Verlangend door middel van dit Verdrag de beginselen nader tot ontwikkeling te brengen die zijn neergelegd in resolutie 2749 (XXV) van 17 december 1970, waarin de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties onder andere plechtig heeft verklaard, dat het gebied van de zee- en oceaanbodem en de ondergrond ervan voorbij de grenzen van de nationale rechtsmacht alsmede de rijkdommen ervan, het gemeenschappelijk erfdeel van de mensheid zijn, waarvan de exploratie en exploitatie zullen worden uitgevoerd ten bate van de gehele mensheid, zonder rekening te houden met de geografische ligging van de Staten,
Van oordeel zijnde dat de codificatie en de geleidelijke ontwikkeling van het recht van de zee, die in dit Verdrag zijn bereikt, zullen bijdragen tot de versterking van de vrede, de veiligheid, de samenwerking en de vriendschappelijke betrekkingen tussen alle naties in overeenstemming met de beginselen van rechtvaardigheid en gelijke rechten, en de economische en sociale vooruitgang zullen bevorderen van alle volkeren van de wereld, zulks overeenkomstig de doeleinden en beginselen van de Verenigde Naties, zoals deze zijn vervat in het Handvest,
Bevestigend dat de aangelegenheden die niet door dit Verdrag worden geregeld, beheerst zullen blijven door de regels en de beginselen van het algemene internationale recht,
Zijn overeengekomen als volgt:
Verdragpartijgroep