Einde inhoudsopgave
Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie
Artikel 16 Omkoping betreffende buitenlandse overheidsfunctionarissen en internationale ambtenaren
Geldend
Geldend vanaf 14-12-2005
- Bronpublicatie:
31-10-2003, Trb. 2005, 244 (uitgifte: 18-10-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
14-12-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-10-2003, Trb. 2005, 244 (uitgifte: 18-10-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Elke Staat die partij is, neemt de wettelijke en andere maatregelen die nodig kunnen zijn om als strafbaar feit aan te merken, wanneer opzettelijk gepleegd, het, direct of indirect, beloven, aanbieden of verstrekken aan een buitenlandse overheidsfunctionaris of een internationale ambtenaar van een onverschuldigd voordeel, voor de functionaris zelf of voor een andere persoon of entiteit, opdat de functionaris een handeling verricht of nalaat bij de uitoefening van zijn of haar officiële taken, om aldus zakelijk of enig ander onverschuldigd voordeel uit internationale zakelijke transacties te verkrijgen of te behouden.
2.
Elke Staat die partij is, overweegt de wettelijke en andere maatregelen te nemen die nodig kunnen zijn om als strafbaar feit aan te merken, wanneer opzettelijk gepleegd, het direct of indirect, door een buitenlandse overheidsfunctionaris of een internationale ambtenaar verzoeken om of aanvaarden van een onverschuldigd voordeel, voor de functionaris zelf of voor een andere persoon of entiteit, opdat de functionaris een handeling verricht of nalaat bij de uitoefening van zijn of haar officiële taken.