Einde inhoudsopgave
Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie
Artikel 27 Deelneming aan en poging tot het plegen van een strafbaar feit
Geldend
Geldend vanaf 14-12-2005
- Bronpublicatie:
31-10-2003, Trb. 2005, 244 (uitgifte: 18-10-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
14-12-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-10-2003, Trb. 2005, 244 (uitgifte: 18-10-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Elke Staat die partij is, neemt de wettelijke en andere maatregelen die nodig kunnen zijn om, overeenkomstig zijn nationale recht, als strafbaar feit aan te merken, deelneming aan een overeenkomstig dit Verdrag strafbaar gesteld feit in elke hoedanigheid, waaronder als medeplichtige, helper of aanzetter.
2.
Elke Staat die partij is, kan wettelijke en andere maatregelen nemen die nodig kunnen zijn om, overeenkomstig zijn nationale recht, als strafbaar feit aan te merken, elke poging tot het plegen van een overeenkomstig dit Verdrag strafbaar gesteld feit.
3.
Elke Staat die partij is, kan wettelijke en andere maatregelen nemen die nodig kunnen zijn om, overeenkomstig zijn nationale recht, als strafbaar feit aan te merken, de voorbereiding van een overeenkomstig dit Verdrag strafbaar gesteld feit.