Einde inhoudsopgave
Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie
Hoofdstuk III Strafbaarstelling en rechtshandhaving
Geldend
Geldend vanaf 14-12-2005
- Bronpublicatie:
31-10-2003, Trb. 2005, 244 (uitgifte: 18-10-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
14-12-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-10-2003, Trb. 2005, 244 (uitgifte: 18-10-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Art. 15. Omkoping betreffende nationale overheidsfunctionarissen
Art. 16. Omkoping betreffende buitenlandse overheidsfunctionarissen en internationale ambtenaren
Art. 17. Verduistering, onrechtmatig gebruik of ander misbruik van goederen door een overheidsfunctionaris
Art. 18. Ongeoorloofde beïnvloeding
Art. 19. Misbruik van functie
Art. 20. Ongeoorloofde verrijking
Art. 21. Omkoping in de particuliere sector
Art. 22. Verduistering van goederen in de particuliere sector
Art. 23. Het witwassen van de opbrengsten van misdaad
Art. 24. Verhulling
Art. 25. Obstructie van de rechtsbedeling
Art. 26. Aansprakelijkheid van rechtspersonen
Art. 27. Deelneming aan en poging tot het plegen van een strafbaar feit
Art. 28. Wetenschap, bedoeling en oogmerk als elementen van een strafbaar feit
Art. 29. Verjaringstermijn
Art. 30. Vervolging, berechting en sancties
Art. 31. Bevriezing, inbeslagneming en confiscatie
Art. 32. Bescherming van getuigen, deskundigen en slachtoffers
Art. 33. Bescherming van personen die aangifte doen
Art. 34. Gevolgen van corrupte handelingen
Art. 35. Schadeloosstelling
Art. 36. Gespecialiseerde autoriteiten
Art. 37. Samenwerking met rechtshandhavingsautoriteiten
Art. 38. Samenwerking tussen nationale autoriteiten
Art. 39. Samenwerking tussen nationale autoriteiten en de particuliere sector
Art. 40. Bankgeheim
Art. 41. Strafblad
Art. 42. Rechtsmacht