Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF)
Artikel 12 Tenuitvoerlegging van uitspraken. beslaglegging
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2006
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 2016, 37). Deze versie is nog niet voor alle partijen in werking getreden. Zie voor de partijgegevens het Protocol van 03-06-1999, Trb. 2002, 25.
- Bronpublicatie:
03-06-1999, Trb. 2002, 25 (uitgifte: 05-02-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-08-2006, Trb. 2006, 174 (uitgifte: 11-08-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Railvervoer
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
§ 1.
De uitspraken die krachtens de bepalingen van het Verdrag, op tegenspraak of bij verstek, zijn gedaan door de bevoegde rechter en die volgens de door die rechter toegepaste wetten voor tenuitvoerlegging vatbaar zijn, kunnen ten uitvoer worden gelegd in ieder van de andere Lidstaten, zodra de formaliteiten die zijn voorgeschreven in de Staat waar de tenuitvoerlegging moet plaatsvinden, zijn vervuld. Toetsing van de zaak ten gronde is niet toegestaan. Deze bepalingen zijn eveneens van toepassing op gerechtelijke schikkingen.
§ 2.
Paragraaf 1 is niet van toepassing op uitspraken die slechts voorlopig uitvoerbaar zijn en evenmin op veroordelingen tot schadevergoeding die, naast de veroordeling in de proceskosten, worden uitgesproken tegen een eiser wegens het afwijzen van zijn vordering.
§ 3.
Op schuldvorderingen van een vervoeronderneming, voortvloeiende uit vervoer dat is onderworpen aan de Uniforme Regelen CIV of de Uniforme Regelen CIM, op een andere niet in dezelfde Lidstaat gevestigde vervoeronderneming kan slechts beslag worden gelegd krachtens een uitspraak gedaan door een rechter van de Lidstaat waarin de onderneming, die crediteur is van de vorderingen waarop beslag moet worden gelegd, is gevestigd.
§ 4.
Op schuldvorderingen voortvloeiende uit een overeenkomst die is onderworpen aan de Uniforme Regelen CUV of de Uniforme Regelen CUI kan slechts beslag worden gelegd krachtens een uitspraak gedaan door een rechter van de Lidstaat waarin de onderneming, die crediteur is van de vorderingen waarop beslag moet worden gelegd, is gevestigd.
§ 5.
Op spoorvoertuigen kan op een ander grondgebied dan dat van de Lidstaat waar de houder zijn hoofdkantoor heeft slechts beslag worden gelegd krachtens een uitspraak door een rechter van die Staat. Onder de term ‘houder’ wordt verstaan degene die duurzaam een spoorvoertuig als vervoermiddel economisch exploiteert, ongeacht of hij er de eigenaar van is of het recht heeft erover te beschikken.