Einde inhoudsopgave
Omgevingsbesluit - Nota van toelichting
3.3.4 Installaties op de Noordzee
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
03-07-2018, Stb. 2018, 290 (uitgifte: 31-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
Het VN-Zeerechtverdrag kent de kuststaat in de EEZ onder meer rechtsmacht toe over de bouw en het gebruik van kunstmatige eilanden, installaties en inrichtingen (installations and structures). Er kunnen drie soorten installaties op zee worden onderscheiden: windparken, mijnbouwinstallaties en overige installaties.
Windparken en installaties, anders dan mijnbouwinstallaties
Het is op grond van de Wet windenergie op zee verboden zonder vergunning van de Minister van Economische Zaken en Klimaat een windpark te bouwen of te exploiteren in de Nederlandse territoriale zee of de Nederlandse exclusieve economische zone. De Wet windenergie op zee bepaalt dat de Minister van Economische Zaken en Klimaat, in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, een kavelbesluit kan nemen. In dit kavelbesluit is een locatie voor een windpark en een tracé voor een aansluitverbinding aangewezen. Het kavelbesluit bevat algemene regels ter bescherming van omgevingsrechtelijke belangen die specifiek zijn voor dit windpark. Paragraaf 7.2.3 Windparken van het Besluit activiteiten leefomgeving bevat daarnaast algemene regels voor het aanleggen, in stand houden en verwijderen van windparken in de Noordzee.
Overige installaties, anders dan mijnbouwinstallaties, zijn bijvoorbeeld weerstations, mosselzaadinvanginstallaties, enzovoort. Voor het plaatsen van dergelijke installaties op de Noordzee is een omgevingsvergunning voor een beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot het oppervlaktewaterlichaam de Noordzee vereist, zie artikel 7.17 van het Besluit activiteiten leefomgeving.
Rond een installatie (overige installaties, anders dan mijnbouwinstallaties en windparken) ligt een beperkingengebied waarin voor beperkingengebiedactiviteiten een omgevingsvergunning is vereist, zie artikel 7.47, tweede lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving (paragraaf 7.2.4 Beperkingengebiedactiviteiten bij installaties in zee).
Mijnbouw
Het Mijnbouwbesluit en de Mijnbouwregeling zijn voor zover het de regels betreft over beperkingengebiedactiviteiten rond mijnbouwinstallaties, over mijnbouwactiviteiten in bepaalde gebieden op zee en over milieubelastende activiteiten overgegaan in de AMvB's op grond van de Omgevingswet. De Minister van Economische Zaken en Klimaat blijft bevoegd gezag voor de activiteiten waarop deze regels betrekking hebben.
Rond een mijnbouwinstallatie ligt een beperkingengebied. Artikel 7.47, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving wijst de vergunningplichtige activiteiten in beperkingengebieden rond mijnbouwinstallaties aan. Artikel 8.2, aanhef en onder d, van het Besluit kwaliteit leefomgeving bevat de beoordelingsregel voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor een beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot een mijnbouwinstallatie in een waterstaatswerk, dus ook in de Noordzee.
Paragraaf 7.2.9 Mijnbouwactiviteiten van het Besluit activiteiten leefomgeving is van toepassing op mijnbouwactiviteiten in de Noordzee. Het begrip mijnbouwactiviteit houdt zowel het plaatsen van een mijnbouwinstallatie als het verrichten van een verkenningsonderzoek met gebruikmaking van kunstmatig opgewekte trillingen in. Toch is het toepassingsbereik van deze regels beperkt, omdat de vergunningplicht voor mijnbouwactiviteiten alleen geldt voor bepaalde gebieden in de Noordzee. Een omgevingsvergunning is vereist voor het plaatsen van een mijnbouwinstallatie die boven het oppervlaktewater uitsteekt inclusief het om die installatie gelegen beperkingengebied in een oefen- en schietgebied of in de druk bevaren delen van de Noordzee en voor het verrichten van een verkenningsonderzoek in een oefen- en schietgebied en in een ankergebied nabij een aanloophaven. Paragraaf 7.2.9 Mijnbouwactiviteiten bevat ook algemene regels voor het verrichten van een verkenningsonderzoek en het plaatsen van een onderzeese installatie. Dergelijke regels waren opgenomen in het Mijnbouwbesluit. De gebieden, zoals de oefen- en schietgebieden, waren opgenomen in een bijlage bij de Mijnbouwregeling en worden nu geregeld in een ministeriële regeling. Afdeling 8.4 Omgevingsvergunning mijnbouwactiviteit van het Besluit kwaliteit leefomgeving bevat de beoordelingsregels voor een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de mijnbouwactiviteit zoals die hiervoor is benoemd.
Hoofdstuk 2 en 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving hebben onder meer betrekking op milieubelastende activiteiten en lozingsactiviteiten op een oppervlaktewaterlichaam, in dit geval de Noordzee. In Paragraaf 3.10.1 van het Besluit activiteiten leefomgeving zijn als milieubelastende activiteiten aangewezen het aanleggen en exploiteren van een mijnbouwwerk voor het opsporen of winnen van delfstoffen, het opsporen of winnen van aardwarmte en het opslaan van stoffen. De paragraaf werkt verder uit welke activiteiten vergunningplichtig zijn en voor welke activiteiten algemene regels gelden.
Het bovenstaande laat onverlet dat voor het overige de Mijnbouwwet, Mijnbouwbesluit en Mijnbouwregeling onverkort van toepassing blijven. Zo is iedere mijnbouwinstallatie voor de winning van delfstoffen vergunningplichtig op grond van de Mijnbouwwet.
Defensiegebieden
De Nederlandse krijgsmacht maakt voor zijn militaire oefeningen gebruik van oefen- en schietgebieden in de Noordzee. Deze gebieden worden begrensd via een ministeriële regeling. De gebieden kunnen aangewezen zijn omdat vanaf land in de richting van de zee geschoten wordt, maar er zijn ook twee gebieden die niet aan het land gekoppeld zijn. In deze gebieden kan Defensie schieten vanaf schepen of vanuit luchtvaartuigen en kan worden geoefend met militaire vaartuigen, laagvliegen met luchtvaartuigen, werken met explosieven, duikwerkzaamheden enzovoort.
Het plaatsen van een mijnbouwinstallatie en het verrichten van een verkenningsonderzoek voor de mijnbouw is in deze gebieden vergunningplichtig. Artikel 8.5, eerste en tweede lid, van het Besluit kwaliteit leefomgeving bevat de beoordelingsregels die gelden voor de aanvraag van deze mijnbouwactiviteiten in onveilige gebieden op de Noordzee. Een belangrijk beoordelingscriterium is hierbij uiteraard veiligheid maar ook of de militaire activiteiten kunnen worden uitgevoerd zoals wenselijk is.