Einde inhoudsopgave
Besluit personenvervoer 2000
Artikel 79
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2011
- Redactionele toelichting
Dit artikel is opnieuw ingevoegd. Oorspronkelijk art. 79 vernummerd tot art. 75.
- Bronpublicatie:
16-10-2009, Stb. 2009, 472 (uitgifte: 20-11-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-10-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-09-2011, Stb. 2011, 422 (uitgifte: 30-09-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Personenvervoer algemeen
1.
De vervoerder die taxivervoer verricht, draagt er zorg voor dat in een auto waarmee taxivervoer wordt verricht een op correcte wijze functionerende boordcomputer aanwezig is waarvoor een typegoedkeuring is verleend, als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
2.
De boordcomputer, bedoeld in het eerste lid, heeft een activeringskeuring en, voor zover bepaald bij ministeriële regeling, een periodiek onderzoek ondergaan, die zijn uitgevoerd door erkende natuurlijke of rechtspersonen, als bedoeld in artikel 9:1, eerste lid, van de Arbeidstijdenwet.
3.
De vervoerder die taxivervoer verricht draagt er zorg voor dat de boordcomputer te allen tijde de volgende gegevens registreert:
- a.
de kilometerstand van de auto;
- b.
het kenteken van de auto;
- c.
de datum en de tijd;
- d.
de door de auto afgelegde route;
- e.
informatie over de werking van de boordcomputer.
4.
De vervoerder die taxivervoer verricht draagt er tevens zorg voor dat de boordcomputer de arbeids- en rusttijden van de bestuurder registreert.
5.
Indien de bestuurder taxivervoer verricht, draagt de vervoerder er, onverminderd het derde en vierde lid, zorg voor dat de boordcomputer de volgende gegevens registreert:
- a.
het personenvervoernummer dat staat aangegeven op de vergunning, bedoeld in artikel 4, derde lid, van de wet;
- b.
het aan de vervoerder toegekende unieke nummer, als bedoeld in artikel 9, onderdeel a, van de Handelsregisterwet 2007;
- c.
het nummer van de chauffeurskaart van de bestuurder;
- d.
de datum en het tijdstip van aankomst en vertrek per rit;
- e.
de locatie van vertrek en aankomst per rit;
- f.
de afstand, de prijs van het vervoer per rit in beladen en onbeladen staat en eventueel in rekening gebrachte toeslagen.
6.
Indien de boordcomputer buiten toedoen van de bestuurder en de vervoerder buiten gebruik is, geldt in plaats van de verplichting, bedoeld in het derde tot en met het vijfde lid, het bepaalde krachtens artikel 80, vijfde lid.
7.
Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de keuring ter activering van de boordcomputer, het periodiek onderzoek en de tijdvakken waarop een onderzoek van de boordcomputer plaatsvindt.
8.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over het erkennen van natuurlijke of rechtspersonen die een boordcomputer activeren, herstellen en periodiek onderzoeken, de aanvraag van de erkenning, de voor de erkenning gestelde eisen, de aan de erkenning te verbinden voorschriften en de intrekking of schorsing van een erkenning.