Einde inhoudsopgave
Wet personenvervoer 2000
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
07-12-2022, Stb. 2022, 545 (uitgifte: 27-12-2022, kamerstukken: 36155)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-12-2023, Stb. 2023, 486 (uitgifte: 22-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Personenvervoer algemeen
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
1.
De communautaire vergunning is de Nederlandse vergunning voor de uitoefening van het beroep van ondernemer van personenvervoer over de weg, bedoeld in verordening 1071/2009/EG, voor het openbaar vervoer per bus en het besloten busvervoer, heeft een geldigheidsduur van maximaal vijf jaar en kan telkens voor maximaal vijf jaren worden verlengd.
2.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt met het verrichten van besloten busvervoer gelijkgesteld het aanbieden van dat vervoer, tenzij dit aanbieden geschiedt door tussenpersonen die bemiddelen in dat vervoer bij wijze van dienstverlening of in de uitoefening van hun beroep of bedrijf.
3.
Onze Minister is de bevoegde instantie voor verordening 1071/2009/EG.
4.
Bij algemene maatregel van bestuur kan met inachtneming van artikel 1, vijfde lid, van verordening 1071/2009/EG vrijstelling van die verordening worden verleend.
5.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gegeven voor de eisen met betrekking tot betrouwbaarheid, vakbekwaamheid, vestiging en financiële draagkracht voor het openbaar vervoer anders dan per bus of per trein.