Het legaliteitsbeginsel en de doorwerking van Europees recht in het Nederlandse materiële strafrecht
Einde inhoudsopgave
Het legaliteitsbeginsel en de doorwerking van Europees recht (Meijers-reeks) 2016/3.2.2:3.2.2 De keuze voor een pluralistisch perspectief toegelicht
Het legaliteitsbeginsel en de doorwerking van Europees recht (Meijers-reeks) 2016/3.2.2
3.2.2 De keuze voor een pluralistisch perspectief toegelicht
Documentgegevens:
J.G.H. Altena, datum 01-09-2015
- Datum
01-09-2015
- Auteur
J.G.H. Altena
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Maduro 2003, p. 521.
Zie bijvoorbeeld voor een bespreking van het Sloveense wijzigingsproces Avbelj 2011, p. 755- 756.
Maduro 2003, p. 521-534.
Zie de kritische reacties op het Verplichte rusttijden-arrest van onder meer Alkema in zijn annotatie (NJ 2005/80); Barkhuysen, Griffioen & Voermans 2004; Geelhoed 2013, p. 28-29. Voor een kort overzicht van de discussie over doorwerking in het Nederlandse recht Geelhoed 2013, p. 25, met verdere verwijzingen.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In het onderhavige onderzoek wordt het constitutioneel pluralisme in de eerste plaats gehanteerd als een perspectief om de onverenigbare constitutionele claims van de verschillende rechterlijke colleges te begrijpen. De reden om dit perspectief te kiezen is dus gebaseerd op een overweging van descriptieve aard: welk model kan de huidige constitutionele verhoudingen op de meest accurate wijze beschrijven? De verschillende autoriteitsclaims bestaan nu eenmaal naast elkaar, en het is de vraag hoe zinvol het is om de Europese dan wel de nationale claims als onjuist geheel terzijde te schuiven. Afgezien van de vraag of zij te gelde kunnen worden gemaakt, geven die claims hoe dan ook mede vorm aan het constitutionele landschap van de Europese Unie en kunnen ze het handelen van de hoogste rechters in de verschillende rechtsordes beïnvloeden.1 Het lijkt erop dat zowel de nationale rechters als het Hof van Justitie zich bewust zijn van de mogelijkheid van constitutionele conflicten en zich inspannen een daadwerkelijk conflict te vermijden. Zo is in meerdere landen de Grondwet aangepast om de doorwerking van het Europees recht ook vanuit nationaalrechtelijk perspectief te kunnen legitimeren.2 Op die manier kan het Europees recht effectief worden toegepast zonder dat een constitutioneel conflict zich voordoet. Zolang de nationale rechters en het Hof de voorrang van het Unierecht erkennen en toepassen, doet het er niet wezenlijk toe op welke wijze ze die voorrang legitimeren.3 Zolang constitutionele conflicten dus vermeden kunnen worden, kan de situatie van constitutioneel pluralisme een duurzame stand van zaken zijn.
Nu moet hierbij uiteraard de kanttekening worden gemaakt dat precies vanuit het Nederlands perspectief het constitutioneel pluralisme als verklaringsmodel niet nodig is. De Hoge Raad heeft juist geaccepteerd dat het nationale constitutionele recht niet relevant is voor de doorwerking. Daardoor is een constitutioneel conflict met het Nederlandse recht op dit moment onmogelijk. Niettemin hanteer ik op basis van het pluralistisch perspectief de veronderstelling dat de Nederlandse rechtsorde nog altijd autonoom is. Vooralsnog is daarin de keuze gemaakt voor onvoorwaardelijke doorwerking van Europees recht, maar het staat Nederland vrij om in de toekomst een andere positie te kiezen. Dat Europees recht doorwerkt buiten artikel 93 en 94 Gw om wordt ook wel betwist, en zeker de wenselijkheid van dat gegeven staat ter discussie.4 Het pluralistisch model biedt in ieder geval reden om de integratie tussen Europees en Nederlands recht ook als een vraagstuk van Nederlands recht te bezien. Of in het Nederlandse recht een strafbepaling uit het Europees recht zonder nationaalrechtelijke grondslag rechtstreeks zou kunnen worden toegepast, doet vanuit het perspectief van Europeesrechtelijke suprematie niet ter zake – het nationaal recht is niet relevant voor de doorwerking van Europees recht. Vanuit het perspectief van constitutioneel pluralisme kan daarentegen wél de vraag worden gesteld of en zo ja welke voorwaarden het Nederlandse recht stelt aan de doorwerking van Europees recht, bijvoorbeeld de hypothetische rechtstreekse toepassing van een hypothetische strafbepaling uitgevaardigd op EU-niveau.