Einde inhoudsopgave
Waarschijnlijkheid van fiscale rechtsgevolgen (FM nr. 145) 2016/2.4.2
2.4.2 Kwalitatieve uitdrukking van waarschijnlijkheid
C. Bruijsten, datum 04-05-2016
- Datum
04-05-2016
- Auteur
C. Bruijsten
- JCDI
JCDI:ADS618059:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Het moet niet worden verward met de kwantitatieve invulling van bepaalde termen die in de belastingwetten worden gebruikt, te weten ‘in belangrijke mate’ (30% of meer), ‘grotendeels’ (meer dan 50%), ‘hoofdzakelijk’ (70% of meer) en ‘geheel of nagenoeg geheel’ (90% or meer). Dit zijn kwantitatieve aanduidingen die niets met de uitdrukking van waarschijnlijkheden te maken hebben. Voor een nadere uitwerking van deze hoegrootheden, zie J.A.G. van Es, Fiscale hoegrootheden, WFR 2011/1069.
R. Beyth-Marom, How Probable is Probable? A Numerical Translation of Verbal Probability Expressions, Journal of Forecasting 1982, Vol. I, p. 257-269.
Het onderzoek van Beyth-Marom betrof uitdrukkingen in het Hebreeuws. Deze zijn later door Beyth-Marom vertaald naar het Engels.
Belastingadviseurs zullen veelal de voorkeur geven aan een niet-kwantitatieve beschrijving van de mate van onzekerheid. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van uitdrukkingen als ‘kleine kans’, ‘grote kans’, ‘mogelijk’, ‘vrijwel zeker’, ‘waarschijnlijk’ of ‘onwaarschijnlijk’. Dergelijke niet-kwantitatieve uitdrukkingen worden echter zelden op dezelfde wijze geïnterpreteerd. Waar de één bij ‘vrijwel zeker’ denkt aan een waarschijnlijkheid van meer dan 75%, zal de ander wellicht eerder denken aan een waarschijnlijkheid dicht tegen de 100%. Met dergelijke vage uitdrukkingen wordt dus slechts bij benadering aangegeven wat de mate van onzekerheid is. Het zijn geen exacte uitdrukkingen van de mate van onzekerheid.1
Voor zover mij bekend is er nooit onderzoek gedaan naar het gebruik van dergelijke vage uitdrukkingen van onzekerheid door fiscale experts om de mate van onzekerheid ten aanzien van de uitkomsten van een rechtsvindingsvraagstuk aan te geven. Het is dus niet mogelijk om aan te geven wat fiscalisten precies of bij benadering bedoelen wanneer ze zeggen dat een bepaalde uitkomst ‘vrijwel zeker’ is. Ook is onduidelijk wat de mate van spreiding van de interpretatie van de uitdrukkingen is. Ligt het bereik van ‘vrijwel zeker’ bijvoorbeeld tussen 75% en 100%? We weten het niet.
Interessant is een experiment van Beyth-Marom waarbij aan verschillende personen (experts in politieke peilingen) werd gevraagd een percentage te koppelen aan niet-kwantitatieve uitdrukking van een bepaalde mate van onzekerheid.2 Hieronder volgt het resultaat van het onderzoek.3 De uitslag onder de kolom C25-C75 geeft de middelste 50% van uitkomsten (de 25% meest extreme uitkomsten, zowel naar boven als naar beneden, zijn weggelaten); de uitslag onder de kolom C10-C90 geeft de middelste 80% van de uitkomsten (de 10% meest extreme uitkomsten, zowel naar boven als naar beneden, zijn weggelaten).
Uitdrukking
C25-C75
C10-C90
1
Not likely
5% – 15%
2% – 18%
2
Very low chance
10% – 18%
4% – 23%
3
Poor chance
11% – 25%
4% – 33%
4
Doubtful
16% – 33%
11% – 39%
5
Low chance
22% – 34%
15% – 38%
6
Small chance
22% – 36%
17% – 42%
7
Can’t rule out entirely
24% – 49%
12% – 58%
8
Chances are not great
28% – 41%
22% – 52%
9
Not inevitable
35% – 56%
26% – 59%
10
Perhaps
36% – 53%
28% – 58%
11
One must consider
37% – 59%
27% – 64%
12
There is a chance
37% – 60%
28% – 67%
13
May
41% – 58%
32% – 65%
14
It could be
42% – 57%
34% – 63%
15
Possible
51% – 58%
42% – 61%
16
One can expect
51% – 63%
42% – 69%
17
Reasonable to assume
52% – 69%
43% – 81%
18
Likely
53% – 69%
42% – 81%
19
It seems
53% – 65%
50% – 69%
20
Non-negligible chance
53% – 67%
36% – 77%
21
It seems to me
54% – 67%
50% – 73%
22
One could assume
54% – 68%
48% – 75%
23
Reasonable chance
54% – 69%
49% – 81%
24
Meaningful chance
63% – 80%
58% – 86%
25
High chance
75% – 87%
71% – 91%
26
Close to certain
75% – 92%
58% – 97%
27
Most likely
78% – 92%
72% – 97%
28
Nearly certain
83% – 96%
76% – 99%
29
Very high chance
87% – 96%
83% – 99%
30
Certain
98% – 100%
93% – 100%
Deze uitkomsten laten zien dat bereik van de uitkomsten van elk van deze uitdrukkingen behoorlijk groot is; er zit nogal wat spreiding in de kwantitatieve interpretatie van de niet-kwantitatieve uitdrukkingen. Het onderzoek van Beyth-Marom laat overigens ook zien dat als de betreffende uitdrukking in een context (in zinsverband) worden getoond, de spreiding van de uitkomsten niet minder is. Integendeel, de spreiding wordt dan groter.
Ik vermoed dat als een dergelijk onderzoek zou worden gehouden onder Nederlandse fiscalisten met de vraag om een waarschijnlijkheidswaarde te verbinden met in de Nederlandse fiscale rechtspraktijk veel gebruikte uitdrukkingen om onzekerheid aan te geven, de spreiding van de uitkomsten eenzelfde beeld zal laten zien. Niet-kwantitatieve uitdrukkingen zijn dus geen goede instrumenten om de mate van onzekerheid weer te geven, zeker wanneer we in ogenschouw nemen hoe breed het C10-C90-bereik in het onderzoek van Beyth-Marom in sommige gevallen is. Stel bijvoorbeeld dat een fiscalist beweert dat het redelijk is om aan te nemen (reasonable to assume) dat een mogelijk rechtsgevolg uiteindelijk het juiste rechtsgevolg blijkt te zijn. Hoe zeker kunnen we daar dan van zijn als het C10-C90-bereik van die bewering tussen 43% en 81% ligt? Het in de fiscale wereld niet ongebruikelijke term ‘likely’ heeft vrijwel hetzelfde C10-C90-bereik. Hoe zeker is dan een ‘more likely than not’-opinie?