Einde inhoudsopgave
Waarschijnlijkheid van fiscale rechtsgevolgen (FM nr. 145) 2016/2.1
2.1 Inleiding
C. Bruijsten, datum 04-05-2016
- Datum
04-05-2016
- Auteur
C. Bruijsten
- JCDI
JCDI:ADS614475:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
G. Dari-Mattiacci en B. Deffains, Uncertainty of Law and the Legal Process, Amsterdam Center for Law & Economics Working Paper No. 2005-10, www.law.gmu.edu/assets/files/publications/ working_papers/05-39.pdf, p. 4.
In de wiskunde gaat men uit van een waarschijnlijkheid op een schaal van 0 t/m 1. In het algemeen taalgebruik worden waarschijnlijkheden uitgedrukt op een schaal van 0% t/m 100%. Een wiskundige waarschijnlijkheid van 0 is dan gelijk aan een waarschijnlijkheid in hetalgemeen taalgebruik van 0% en een waarschijnlijkheid van 1 is gelijk 100%. (Zie par. 6.3.
A. D’Amato, Legal Uncertainty, 71 California Law Review 1, 1983, http://anthonydamato.law.northwestern.edu/Adobefiles/A83aleg-uncert.PDF. Hierbij zij opgemerkt dat D’Amato spreekt over rechtsregels met een waarschijnlijkheid van 0,5 en niet over rechtsgevolgen met een waarschijnlijkheid van 0,5. De gedachte is echter dat rechtsregels met een waarschijnlijkheid van 0,5 ook leiden tot rechtsgevolgen met een waarschijnlijkheid van 0,5 (andere onzekere factoren buiten aanmerking gelaten).
Onzekerheid is geen onbekend fenomeen in het belastingrecht. Het is zeker niet zo dat alle fiscale vraagstukken tot één onbetwistbaar antwoord leiden. In veel gevallen zal de fiscalist die een fiscale vraag krijgt voorgelegd tot de conclusie komen dat er meerdere mogelijke rechtsgevolgen zijn, waarbij het ene rechtsgevolg wellicht waarschijnlijker is dan het andere. Niet zelden verkeren belastingplichtigen dan in onzekerheid over hun fiscale positie.
Die onzekerheid vormt de kern van mijn onderzoek. Maar wat is dan precies onzekerheid in het recht? Dari-Mattiacci en Deffains hebben een definitie van onzekerheid gegeven die goed aansluit bij de betekenis van dat begrip zoals ik dat in mijn betoog zal hanteren:
‘We employ the notion of uncertainty of law to refer to the fact that it is difficult to predict perfectly ex ante how the law will be applied ex post by the courts.’1
Onzekerheid in een specifiek geval betekent dat er geen rechtsgevolg is aan te wijzen waarvan op voorhand al vaststaat dat, als de vraag aan de rechter wordt voorgelegd, de rechter op dat rechtsgevolg uitkomt. Er zijn daarentegen meerdere mogelijke rechtsgevolgen die allen uiteindelijk het definitieve rechtsgevolg kunnen zijn.
Als vooraf absoluut zeker zou zijn dat de rechter op een bepaald rechtsgevolg uit zou komen, zou de waarschijnlijkheid van het rechtsgevolg gelijk zijn aan 1.2 Als we een rechtsgevolg zouden formuleren waarvan we zeker weten dat de rechter er niet op uit zou komen, hebben we ten aanzien van dat rechtsgevolg overigens ook absolute zekerheid. De waarschijnlijkheid van dat rechtsgevolg is dan gelijk aan 0. De onzekerheid neemt echter toe naarmate de waarschijnlijkheid van een potentieel rechtsgevolg zich verder beweegt naar het midden tussen 0 en 1, met een maximale onzekerheid bij een waarschijnlijkheid van 0,5. D’Amato schept geen vrolijk beeld van dergelijke onzekerheden:
‘What is really undesirable about uncertain rules of law is that they leave persons unsure of their entitlements while affording unfettered discretion to official decisionmakers. A rule that is close to the 0.5 level (we need not assume mathematical exactitude at 0.5 for these arguments to apply) makes it impossible or nearly impossible for persons to plan their activities in light of such a rule. The rule points equally to a decision for claimant or for respondent if the activity is challenged in court. The judge is not compelled by precedent or reason to hold either way, a fact that may leave him more susceptible to extralegal influences (bias, prejudice, corruption) that silently could tip the scale. An appellate court also may rule either way, upholding or reversing the judge at its whim. The parties will have no justifiable expectation of a decision one way or the other. Thus, a major problem with legal uncertainty is that as rules approach the 0.5 level, we may move from a society under law to a regime of official discretion.’3
Men kan niet alleen onzeker zijn over de uitkomst van een fiscaal rechtsvindingsvraagstuk, maar de mate van onzekerheid van de verschillende uitkomsten kan ook nog variëren. Voordat we aan de theoretische exercitie beginnen om onzekerheid een plaats te geven in het fiscale rechtsvindingsproces, wil ik in dit hoofdstuk aangeven waar de praktijk geconfronteerd wordt met fiscale onzekerheid. En waar de praktijk geconfronteerd wordt met onzekerheid omtrent de fiscale rechtsgevolgen, kan de vraag opkomen wat de waarschijnlijkheid is van één of meerdere rechtsgevolgen van een specifiek geval.