Privaatrechtelijke gevolgen van een schending van het mededingingsrecht
Einde inhoudsopgave
Privaatrechtelijke gevolgen van een schending van het mededingingsrecht (O&R nr. 96) 2016/7.6.2:7.6.2 Bevoegde rechter
Privaatrechtelijke gevolgen van een schending van het mededingingsrecht (O&R nr. 96) 2016/7.6.2
7.6.2 Bevoegde rechter
Documentgegevens:
I.P.M. Ligteringen, datum 01-01-2016
- Datum
01-01-2016
- Auteur
I.P.M. Ligteringen
- JCDI
JCDI:ADS581129:1
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
HvJ EU 21 mei 2015, Cartel Damage Claims (CDC), C-352/13, NJ 2016/106 m.nt. Strikwerda, punt 52.
Een niet-contractuele verbintenis die voortvloeit uit een beperking van de mededinging wordt beheerst door het recht van het land waarvan de markt (waarschijnlijk) wordt beïnvloed.
Zie sectie 5.2.2.3, laatste alinea.
HvJ EU 21 mei 2015, Cartel Damage Claims (CDC), C-352/13, NJ 2016/106 m.nt. Strikwerda, punt 45-50.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
370. De (herschikking van de) EEX-Verordening, ook wel herschikking Brussel I genoemd, wordt in internationale procedures toegepast om te beoordelen welke rechter bevoegd is om te oordelen over een geschil. In het algemeen geldt artikel 4 EEX dat bepaalt dat de bevoegdheid van de rechter wordt gebaseerd op de woonplaats van de verweerder (forum rei). Indien een vordering uit onrechtmatige daad wordt ingesteld, bepaalt artikel 7 lid 2 EEX dat naast het forum rei, ook het gerecht van de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan of zich kan voordoen, bevoegd is (forum loci delicti). Onder de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan of zich kan voortdoen, valt zowel de plaats van de schadeveroorzakende gebeurtenis (Handlungsort) als de plaats waar de schade is ingetreden (Erfolgsort).
Met betrekking tot het kartelrecht zocht het Hof in het CDC-arrest voor het Erfolgsort aansluiting bij de plaats waar de meerkosten zijn betaald wegens een kunstmatig hoge prijs.1 Die plaats is volgens het Hof in beginsel de plaats waar de zetel van de benadeelde onderneming zich bevindt. Het oordeel van het Hof strookt niet met hetgeen in artikel 6 lid 3 Rome II is bepaald met betrekking tot het recht dat van toepassing is op buitencontractuele schadevergoedingsvorderingen wegens een beperking van de mededinging.2 Naar mijn mening is de rechter van de plaats waar de markt beïnvloed wordt ten gevolge van een beperking van het mededingingsrecht, bevoegd om te oordelen over de schade die in de betreffende lidstaat is geleden (Erfolgsort).3 Mijn opvatting strookt met Rome II en is een toepassing van het oordeel van het Hof in Shevill op het mededingingsrecht.
De plaats waar de kartelovereenkomst is gesloten of waar het overleg tussen de karteldeelnemers heeft plaatsgevonden, kan worden gezien als het Handlungsort. De rechter in die lidstaat is bevoegd om over de gehele schade te oordelen. Ten aanzien van het Handlungsort komt het voor dat niet één plaats kan worden aangewezen waar de mededingingsbeperkende regeling is gesloten omdat een mededingingsbeperkende regeling tot stand is gekomen door een aantal kartelafspraken op verschillende bijeenkomsten op diverse plaatsen. In een dergelijk geval moet worden beoordeeld of er één specifieke regeling aanwezig is die ten grondslag ligt aan de door eiser geleden schade. Het gerecht van de plaats waar de betrokken afspraak tot stand is gekomen, is bevoegd om over de schadevordering van de benadeelde te oordelen.4 Het oordeel van het HvJ EU in het CDC-arrest komt het geval waarin één partij een bundeling van schadevorderingen voor eenzelfde gerecht wil brengen niet ten goede indien de eiser gebruik wil maken van artikel 7 lid 2 EEX voor het verhaal van zijn schade. In een dergelijk geval kan een eiser zich beter beroepen op artikel 8 lid 1 EEX.
Artikel 8 lid 1 EEX ziet op de situatie waarin er meer dan één verweerder is en die verweerders in verschillende lidstaten zijn gevestigd. In dat geval is de rechter van de woonplaats van één van hen bevoegd. Voorwaarde daarvoor is dat tussen de vorderingen tegen de verschillende verweerders een nauwe band bestaat in die zin dat een gelijktijdige behandeling en berechting nodig zijn om te vermijden dat bij afzonderlijke berechting van de zaken onverenigbare beslissingen worden gegeven.
Ten aanzien van de aanhouding en samenhang van beslissingen merk ik het volgende op: in follow-on procedures wordt vaak het zogenaamde Masterfoods-verweer gevoerd. Dit houdt in dat de nationale civielrechtelijke procedure moet worden aangehouden of geschorst tot het betreffende boetebesluit van de Commissie onherroepelijk is geworden. De grondslag voor de aanhouding zijn de eisen van een goede procesorde. Het Masterfoods-verweer wordt gebruikt om een procedure te vertragen. Een ander verweer dat gebruikt wordt om een procedure te vertragen, is het verweer dat de aangezochte rechter de zaak moet aanhouden omdat de zaak reeds bij een andere rechter is aangebracht. Dit systeem van verplichte aanhouding is neergelegd in artikel 29 EEX. De rechter bij wie de zaak het laatst is aangebracht, moet de zaak aanhouden tot de bevoegdheid van de eerst aangezochte rechter vaststaat. In de praktijk is gebleken dat dit systeem van verplichte aanhouding kan worden ge- of misbruikt om de voortgang van de procedure te vertragen. Een partij die een claim verwacht, maakt de zaak dan alvast aanhangig bij een rechter naar voorkeur. Mede in het licht van het ongewenste vertragingseffect van de litispendentieregeling is in de herschikking van de EEX-Verordening in artikel 31 lid 2 EEX een uitzondering geïntroduceerd op de algemene litispendentieregel. De uitzondering houdt in dat wanneer een procedure aanhangig wordt gemaakt bij een andere rechter dan de rechter die op grond van exclusieve forumkeuze (in de zin van artikel 25 EEX) bevoegd is, de andere rechter de zaak moet aanhouden. Het is de vraag of de herschikking van de EEX-Verordening een effect zal hebben bij schadevergoedingsacties wegens een inbreuk op het kartelrecht. In schadevergoedingsacties naar aanleiding van een inbreuk op het kartelrecht zal het namelijk vaak de (vermeende) karteldeelnemer zijn die zich op een exclusief forumkeuzebeding wil beroepen.