Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/230
Art. 81 lid 1 RO. Onteigeningsrecht. Doel van onteigening. Bijkomend aanbod. Termijn voor aanvaarding.
HR 07-02-2020, ECLI:NL:HR:2020:208
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
7 februari 2020
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, M.V. Polak, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/01447
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Onteigeningsrecht / Onteigening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:208, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 07‑02‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1052, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑10‑2019
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Onteigeningsrecht. Doel van onteigening. Bijkomend aanbod. Termijn voor aanvaarding.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 19/01447
Datum 7 februari 2020
ARREST
In de zaak van
[eiseres] B.V., gevestigd te [vestigingsplaats],
EISERES tot cassatie,
hierna: [eiseres],
advocaat: J.P. van den Berg,
tegen
1. DE PROVINCIE NOORD-HOLLAND,
zetelende te Haarlem,
VERWEERSTER in cassatie
hierna: de Provincie,
advocaat: M.W. Scheltema,
2. COÖPERATIEVE RABOBANK U.A., gevestigd te Amsterdam,
3. RABOHYPOTHEEKBANK N.V., gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTERS in cassatie,
hierna: Rabobank c.s.,
niet verschenen.