Einde inhoudsopgave
Voorontwerp Insolventiewet
Artikel 3.6.10 Verdeling opbrengst
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2007
- Bronpublicatie:
01-11-2007, Internet 2007, www.justitie.nl (uitgifte: 01-11-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-11-2007, Internet 2007, www.justitie.nl (uitgifte: 01-11-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Algemeen
1.
Indien goederen op grond van artikel 3.6.7, eerste lid, of artikel 3.6.9 zijn tegeldegemaakt, wordt van de opbrengst een na advies van de Insolventieraad bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen bijdrage aan de boedel voldaan.
2.
Bij de verdeling van de netto-opbrengst kunnen uit eigen hoofde mede opkomen de beperkt gerechtigden, huuders of pachters wier recht vóór de insolventverklaring bestond, maar door de executie op grond artikel 3.6.9 is vervallen, voor hun recht op schadevergoeding, bedoeld in de artikelen 282 en 264, zevende lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.
3.
Bij de verdeling van de netto-opbrengst oefent de bewindvoerder ten behoeve van de boedel mede de rechten uit die de wet aan beslagleggers op het goed toekent. Hij behartigt mede de belangen van de schuldeisers die in rang boven de voormelde pand- en hypotheekhouders en beperkt gerechtigden gaan.
4.
Zo een rangregeling nodig is, geschiedt de verdeling op verlangen van een belanghebbende ten overstaan van de rechter-commissaris op de wijze voorgeschreven in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.