Einde inhoudsopgave
Voorontwerp Insolventiewet
Artikel 3.6.12 Teboekstaande luchtvaartuigen
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2007
- Bronpublicatie:
01-11-2007, Internet 2007, www.justitie.nl (uitgifte: 01-11-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-11-2007, Internet 2007, www.justitie.nl (uitgifte: 01-11-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Algemeen
1.
De artikelen 3.6.7 tot en met 3.6.11 zijn niet van toepassing wanneer de hypotheek rust op een luchtvaartuig dat te boek staat in de openbare registers, bedoeld in titel 1, afdeling 2, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, of in een verdragsregister als bedoeld in artikel 1300 onder d van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek.
2.
Hypotheekhouders wier rechten rusten op luchtvaartuigen als bedoeld in het eerste lid, en andere schuldeisers die op grond van artikel 1317 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek een voorrecht op het luchtvaartuig hebben, kunnen hun recht uitoefenen, alsof er geen insolventie was. Artikel 3.6.10, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
3.
De bewindvoerder kan deze schuldeisers een redelijke termijn stellen om tot uitoefening van hun rechten overeenkomstig het tweede lid over te gaan. Heeft de schuldeiser het luchtvaartuig niet binnen deze termijn verkocht, dan kan de bewindvoerder het luchtvaartuig verkopen. De rechter-commissaris is bevoegd de termijn op verzoek van de schuldeiser een of meermalen te verlengen.
4.
Op verkoop door de bewindvoerder zijn de artikelen 584d en 584f tot en met 584q van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de bewindvoerder wordt aangemerkt als beslaglegger uit hoofde van een vordering die niet van enige voorrang is voorzien, en dat met de beschikking van insolventverklaring wordt gehandeld als voorgeschreven voor het proces-verbaal van beslag.
5.
De rechter-commissaris in de insolventie kan in dat geval bepalen dat een door hem vast te stellen gedeelte van de algemene insolventiekosten als kosten van de executie in de zin van artikel 584n van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering zal gelden.
6.
De bewindvoerder kan het luchtvaartuig tot op het tijdstip van de verkoop lossen tegen voldoening van het daarop verschuldigde, doch ten hoogste de waarde van het luchtvaartuig, alsmede van de reeds gemaakte kosten van executie.
7.
Artikel 3.6.11 is van overeenkomstige toepassing.