Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/114
Art. 416 lid 2 Sv na veroordeling t.z.v. snelheidsovertreding, art. 62 jo. bord A1 RVV 1990. Rechtsgevolgen overschrijding redelijke termijn bij betekening mededeling verstekarrest hof ex art. 366 Sv i.g.v. niet-ontvankelijkverklaring in hoger beroep. Nu schriftuur geen klachten bevat t.a.v. ’s hofs beslissing tot niet-ontvankelijkverklaring van verdachte in het door hem ingestelde h.b. en HR ook geen grond aanwezig oordeelt waarop dat oordeel ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, kan klacht dat na wijzen van ’s hofs arrest bij betekening van verstekmededeling niet de nodige voortvarendheid is betracht niet leiden tot vernietiging van ’s hofs uitspraak (vgl. NJ 2004/495). Volgt verwerping. CAG: anders.
HR 20-12-2022, ECLI:NL:HR:2022:1906
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 december 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, E.S.G.N.A.I. van de Griend, C. Caminada
- Zaaknummer
21/02586
- Conclusie
A-G mr. P.M. Frielink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1906, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑12‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:1092, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑11‑2022
Essentie
Art. 416 lid 2 Sv na veroordeling t.z.v. snelheidsovertreding, art. 62 jo. bord A1 RVV 1990. Rechtsgevolgen overschrijding redelijke termijn bij betekening mededeling verstekarrest hof ex art. 366 Sv i.g.v. niet-ontvankelijkverklaring in hoger beroep. Nu schriftuur geen klachten bevat t.a.v. ’s hofs beslissing tot niet-ontvankelijkverklaring van verdachte in het door hem ingestelde h.b. en HR ook geen grond aanwezig oordeelt waarop dat oordeel ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, kan klacht dat na wijzen van ’s hofs arrest bij betekening van verstekmededeling niet de nodige voortvarendheid is betracht niet leiden tot vernietiging van ’s hofs ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.