RvdW 2023/1117:Caribische zaak. Ambtelijke verduistering, meermalen gepleegd (art. 375 SrBES) en witwassen, meermalen gepleegd (art. 435a SrBES) op Bonaire. Ontvankelijkheid hoger beroep na instellen h.b. op griffie CuraƧao i.p.v. op griffie Bonaire i.v.m. noodtoestand n.a.v. COVID-19 (corona), art. 445 lid 1 en 446 SvBES. Hof heeft verdachte n-o verklaard in hoger beroep omdat het is ingesteld bij verkeerd gerecht en hof geen f&o aanwezig acht op grond waarvan verzuim dient te worden verontschuldigd. 1. Hoger beroep niet op juiste wijze (want bij verkeerd gerecht) ingesteld? 2. Verontschuldigbaarheid van verzuim. Heeft hof onderzocht of door griffiemedewerker van gerecht in e.a. van CuraƧao aan raadsvrouw is toegezegd dat op die griffie opgemaakte akte naar griffie van gerecht in e.a. van Bonaire, Sint Eustatius en Saba zou worden gezonden? Ad 1. Volgens art. 445 lid 1 SvBES wordt h.b. ingesteld door verklaring af te leggen door degene die rechtsmiddel aanwendt op griffie van gerecht in e.a. Uit art. 446 aanhef en onder a SvBES volgt dat ook advocaat h.b. kan instellen als deze verklaart door degene die rechtsmiddel aanwendt bepaaldelijk te zijn gemachtigd. Van de in art. 445 lid 1 SvBES bedoelde verklaring wordt o.g.v. art. 447 lid 1 SvBES door griffie akte opgemaakt. Hof heeft vastgesteld dat raadsvrouw van verdachte h.b. heeft ingesteld op griffie van gerecht in e.a. van CuraƧao en zo ā€˜welbewust ervoor heeft gekozen voorbij te gaan aan strafvorderlijk voorgeschreven routeā€™. Met die ā€˜strafvorderlijk voorgeschreven routeā€™ had hof kennelijk voor ogen dat h.b. o.g.v. art. 445 lid 1 SvBES had moeten worden ingesteld op griffie van gerecht in e.a. van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. ā€™s Hofs daarop gebaseerde oordeel dat h.b. op onjuiste wijze (namelijk op griffie van gerecht in e.a. van CuraƧao i.p.v. op griffie van gerecht in e.a. van Bonaire, Sint Eustatius en Saba) is ingesteld, geeft niet blijk van onjuiste rechtsopvatting en is toereikend gemotiveerd. Ad 2. Pleitnota van raadsvrouw houdt in dat zij ā€˜toezegging [ontving] van medewerker van griffie, dat akte door griffie van CuraƧao zou worden doorgezonden naar griffie van Bonaireā€™. In het licht van art. 446 onder b SvBES (waaruit voortvloeit dat aanwenden van rechtsmiddelen kan gebeuren door een bij bijzondere volmacht schriftelijk gemachtigde) had hof juistheid van bewering van raadsvrouw moeten onderzoeken, nu in dit geval aannemelijk kan zijn dat aan verlening van deze (onvolkomen) volmacht, in samenhang met verschijnen van verdachte en zijn raadsvrouw ttz. in h.b., wens van verdachte ten grondslag lag om (op rechtsgeldige wijze) h.b. te doen instellen. Volgt vernietiging en terugwijzing.