RvdW 2023/1100:Opzettelijk aanwezig hebben van cocaïne en MDMA (art. 2 onder C Opiumwet), in voorraad hebben van vervalst bankbiljet met het oogmerk om dit als echt en onvervalst uit te geven en te doen uitgeven (art. 209 Sr) en wederspannigheid (art. 180 Sr). 1. Verweer strekkende tot bewijsuitsluiting m.b.t. Opiumwetfeit wegens onherstelbaar vormverzuim omdat grondslag voor fouillering ontbrak, art. 359a Sv. 2. Bewijsklacht oogmerk m.b.t. vals geld in voorraad hebben. Had verdachte oogmerk om aangetroffen biljet als echt en onvervalst uit te geven? 3. Bewijsklacht wederspannigheid. Kan uit bewijsmiddelen worden afgeleid dat ambtshandeling was ingezet? HR: art. 81 lid 1 RO.