Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/1100
Opzettelijk aanwezig hebben van cocaïne en MDMA (art. 2 onder C Opiumwet), in voorraad hebben van vervalst bankbiljet met het oogmerk om dit als echt en onvervalst uit te geven en te doen uitgeven (art. 209 Sr) en wederspannigheid (art. 180 Sr). 1. Verweer strekkende tot bewijsuitsluiting m.b.t. Opiumwetfeit wegens onherstelbaar vormverzuim omdat grondslag voor fouillering ontbrak, art. 359a Sv. 2. Bewijsklacht oogmerk m.b.t. vals geld in voorraad hebben. Had verdachte oogmerk om aangetroffen biljet als echt en onvervalst uit te geven? 3. Bewijsklacht wederspannigheid. Kan uit bewijsmiddelen worden afgeleid dat ambtshandeling was ingezet? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 07-11-2023, ECLI:NL:HR:2023:1500
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 november 2023
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
21/04629
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Politierecht / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1500, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑11‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:766, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑09‑2023
Essentie
Opzettelijk aanwezig hebben van cocaïne en MDMA (art. 2 onder C Opiumwet), in voorraad hebben van vervalst bankbiljet met het oogmerk om dit als echt en onvervalst uit te geven en te doen uitgeven (art. 209 Sr) en wederspannigheid (art. 180 Sr). 1. Verweer strekkende tot bewijsuitsluiting m.b.t. Opiumwetfeit wegens onherstelbaar vormverzuim omdat grondslag voor fouillering ontbrak, art. 359a Sv. 2. Bewijsklacht oogmerk m.b.t. vals geld in voorraad hebben. Had verdachte oogmerk om aangetroffen biljet als echt en onvervalst uit te geven? 3. Bewijsklacht wederspannigheid. Kan uit bewijsmiddelen worden afgeleid dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.