Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/1101
Openlijke geweldpleging tegen personen (art. 141 lid 1 Sr) en diefstal (art. 310 Sr). 1. Bewijsklacht openlijke geweldpleging. Uitdrukkelijk onderbouwd standpunt inzake betrouwbaarheid van herkenning van verdachte, art. 359 lid 2 Sv. 2. Strafmotivering, art. 359 lid 6 Sv. Heeft hof gelet op mogelijkheid van deelname aan penitentiair programma a.b.i. in art. 4 Pbw verzuimd om te vermelden welk gedeelte van opgelegde vrijheidsstraf in ieder geval ten uitvoer moet worden gelegd? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 07-11-2023, ECLI:NL:HR:2023:1494
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 november 2023
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, T. Kooijmans
- Zaaknummer
21/04699
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1494, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑11‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:792, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 19‑09‑2023
Essentie
Openlijke geweldpleging tegen personen (art. 141 lid 1 Sr) en diefstal (art. 310 Sr). 1. Bewijsklacht openlijke geweldpleging. Uitdrukkelijk onderbouwd standpunt inzake betrouwbaarheid van herkenning van verdachte, art. 359 lid 2 Sv. 2. Strafmotivering, art. 359 lid 6 Sv. Heeft hof gelet op mogelijkheid van deelname aan penitentiair programma a.b.i. in art. 4 Pbw verzuimd om te vermelden welk gedeelte van opgelegde vrijheidsstraf in ieder geval ten uitvoer moet worden gelegd? HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/04699 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.