Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/1075
Cassatie in het belang der wet. Procesrecht. Gefinancierde rechtsbijstand. Omvat inningsprocedure van art. 38 lid 4 Wet op de rechtsbijstand (Wrb) ook de buitengerechtelijke kosten?
HR 10-11-2023, ECLI:NL:HR:2023:1532
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 november 2023
- Magistraten
Mrs. G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, F.J.P. Lock, S.J. Schaafsma
- Zaaknummer
23/00662
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Rechtsbijstand
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1532, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑11‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:656, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑07‑2023
- Wetingang
Art. 38 lid 4 Wet op de rechtsbijstand
Samenvatting
De rechtzoekende aan wie rechtsbijstand wordt verleend op basis van de Wrb kan op grond van die wet een eigen bijdrage verschuldigd zijn (art. 35 lid 1 Wrb). Naast de eigen bijdrage is de rechtzoekende de kosten verschuldigd die ten behoeve van zijn zaak zijn gemaakt (art. 38 lid 1 in verbinding met art. 41 lid 1 Wrb). Art. 4 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.