Einde inhoudsopgave
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/3
3 Theorievorming
H.W.B. thoe Schwartzenberg, datum 27-01-2023
- Datum
27-01-2023
- Auteur
H.W.B. thoe Schwartzenberg
- JCDI
JCDI:ADS691652:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
W.D.H. Asser, in: W.D.H. Asser, J.F. Nijboer, Y.E. Schuurmans, Bewijsrecht: het bewijs geregeld?: preadvies voor de Nederlandse Vereniging voor Rechtsvergelijking, Nijmegen: Wolf Legal Publisher, een tweede druk verscheen in 2010.
W.D.H. Asser, ‘Ambtshalve toepassing van rechtsgronden door de Nederlandse rechter’, in: Preadviezen 2015 van de Vereniging voor de vergelijkende studie van het recht van België en Nederland, Burgerlijk(proces)recht: bewijs in het spanningsveld tussen rechter en partijen.
Asser Procesrecht/Asser 3, eerste druk in 2013, tweede in 2017, derde in 2023.
Schenck 2004.
Wiersma 2008.
Sijmonsma 2008.
Van den Brink 2008.
O.m. in Lock 2016b, p. 112 e.v. alsmede in JBPr 2018/60 en 61.
R.J.B. Boonekamp & W.L. Valk (red.), Stelplicht & Bewijslast, een artikelsgewijs bewijsrechtelijk commentaar op de belangrijkste BW-bepalingen, Deventer: Kluwer 2017, vooral paragraaf 3, p. 6-8.
ECLI:NL:PHR:2020:453 vóór HR 17 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1308, RvdW 2020/940 (Peters/De Raden).
Asser Procesrecht/Asser 3 2023/282a en 289, Snijders (red.), Klaassen, Krans & Meijer 2022/207, 213-214, Hugenholtz/Heemskerk, Heemskerk & Teuben 2021/83, Pitlo/Rutgers & Krans 2014/35 e.v., Rueb, Gras, Hendrikse & Jongbloed 2021/7.2.1 en 7.2.2.
De prominente rol van W.D.H. Asser mag niet onvermeld blijven. Eerst als Advocaat-Generaal, vervolgens als hoogleraar Burgerlijk Procesrecht en annotator, raadsheer bij de Hoge Raad en wederom als annotator was hij nauw betrokken bij bewijsrechtelijke vraagstukken. Zijn publicaties over bewijslastverdeling - de Monografie Nieuw BW in 1992, het Rechtspraakoverzicht Bewijslastverdeling in 1998, ‘Bewijslastverdeling’ in de serie Burgerlijk Proces & Praktijk in 2004, zijn Preadviezen (zowel voor de Nederlandse Vereniging voor Rechtsvergelijking in 20091 als de Vereniging voor de rechtsvergelijkende studie van het Nederlands en Belgisch burgerlijk recht in 2015)2 - beteken(d)en een grote impuls voor het denken en schrijven over de bewijslastverdeling, waaronder het begrip bevrijdend verweer. Een en ander culmineerde in deel 3 van de serie Asser Procesrecht.3
De bijdrage van Schenck4 in 2004 was het eerste artikel dat grotendeels was gewijd aan bevrijdende verweren. Wiersma5 volgde met een redactioneel artikel in Jurisprudentie BPR in 2008. Sijmonsma6 en Van den Brink7 publiceerden in 2008 artikelen waarin onder andere het begrip bevrijdend verweer nader werd toegelicht. Lock bespreekt in zijn artikelen regelmatig het aspect van het bevrijdend verweer.8 Ook in de uitgave ‘Stelplicht en Bewijslast’ van Boonekamp en Valk komt regelmatig het begrip ‘bevrijdend verweer’ voor.9 A-G T. Hartlief besteedde in 2020 in een conclusie10 uitgebreid aandacht aan bevrijdende verweren. In alle handboeken en naslagboeken over burgerlijk procesrecht wordt – al of niet summier – aandacht besteed aan bevrijdende verweren.11