Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/519
Verzoek vaststelling Nederlanderschap. Meedelen van kind in naturalisatiebesluit van biologische moeder, art. 11 lid 1 RWN (oud); vereiste van verblijf van kind voor onbepaalde tijd in Nederland o.g.v. art. 10 lid 2 VW (oud); begrip ‘kinderen die feitelijk behoren tot het gezin’ in zin art. 47 lid 1 VB (oud).
HR 21-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:756
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 april 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
16/01433
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Staatsrecht (V)
Vreemdelingenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:756, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑04‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑01‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑05‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑03‑2016
- Wetingang
Essentie
Verzoek vaststelling Nederlanderschap. Meedelen van kind in naturalisatiebesluit van biologische moeder, art. 11 lid 1 RWN (oud); vereiste van verblijf van kind voor onbepaalde tijd in Nederland o.g.v. art. 10 lid 2 VW (oud); begrip ‘kinderen die feitelijk behoren tot het gezin’ in zin art. 47 lid 1 VB (oud).
Noch de tekst van art. 47 lid 1 VB (oud) noch de toelichting in de Vreemdelingencirculaire 1982 (oud) biedt steun voor de opvatting dat het begrip ‘kinderen (…) die feitelijk behoren tot het gezin’ in art. 47 lid 1 VB (oud) beperkt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.