Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/543
(Poging) oplichting, valse hoedanigheid. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 18-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:718
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 april 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
15/03978
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:718, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑04‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:293, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑03‑2017
Essentie
(Poging) oplichting, valse hoedanigheid. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 14 augustus 2015, nummer 22/002098-14, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: mr. O.J. Much, te Rotterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. F.W. Bleichrodt:
1.
De verdachte is bij arrest van 14 augustus 2015 door het gerechtshof Den Haag wegens 1, 2, 3, 4, 6 en 7 “oplichting, meermalen gepleegd”, 5 en 11 “medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd”, 8 “poging tot oplichting”, 9, 10 en 12 “poging tot medeplegen van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.