Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/266
Slagende bewijsklacht opzetheling, nu m.u.v., een voorwerp, van de overige voorwerpen de bewezenverklaring niet uit de gebruikte bewijsvoering kan worden afgeleid. De HR neemt daarbij in aanmerking dat het hof niet m.b.t. de hier bedoelde aangetroffen goederen heeft vastgesteld dat verdachte daarover beschikte of zich bewust was van de aanwezigheid daarvan in de woning. Evenmin heeft het hof vastgesteld dat de door verdachte geplaatste Marktplaatsadvertenties mede betrekking hadden op deze goederen.
HR 16-02-2021, ECLI:NL:HR:2021:232
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 februari 2021
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, C. Caminada
- Zaaknummer
19/03618
- Conclusie
plv. A-G mr. P.M. Frielink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:232, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑02‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:1181, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑12‑2020
Essentie
Slagende bewijsklacht opzetheling, nu m.u.v., een voorwerp, van de overige voorwerpen de bewezenverklaring niet uit de gebruikte bewijsvoering kan worden afgeleid. De HR neemt daarbij in aanmerking dat het hof niet m.b.t. de hier bedoelde aangetroffen goederen heeft vastgesteld dat verdachte daarover beschikte of zich bewust was van de aanwezigheid daarvan in de woning. Evenmin heeft het hof vastgesteld dat de door verdachte geplaatste Marktplaatsadvertenties mede betrekking hadden op deze goederen.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 19/03618
Datum 16 februari 2021
ARREST
op het beroep in cassatie tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.