Einde inhoudsopgave
De aanmerkelijkbelangregeling in internationaal perspectief (FM nr. 123) 2007/7.4.4
7.4.4 Clearing systeem na realisatie aanmerkelijkbelangwinst (revenue sharing)
Mr. dr. F.G.F. Peters, datum 01-03-2007
- Datum
01-03-2007
- Auteur
Mr. dr. F.G.F. Peters
- JCDI
JCDI:ADS372295:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Buitenlands belastingplichtige
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Heffingsbevoegdheid
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Belastingplichtige
Inkomstenbelasting / Aanmerkelijk belang (box 2)
Voetnoten
Voetnoten
Betten 1998, blz. 108-109 en 182-183.
Pistone 2002, blz. 295-296, heeft een voorzet gegeven voor een bepaling in een EU-modelverdrag met een vergelijkbare inhoud: ‘Where capital gains have accrued in one EU Member State but realised in another Member State, taxing rights shall be divided accordingly, despite being levied only at the time of alienation by the country of immigration. Tax authorities shall cooperate with each other by having reference to the Directive 77/799/EEC for the purpose of determining the exact proportion of revenue due to each Member State in respect of such capital gains.’ Een verdragsbepaling lijkt mij overigens minder geschikt dan een richtlijn of verordening, aangezien er méér dient te worden geregeld dan alleen de verdeling van de heffingsbevoegdheid.
Tenzij wordt gekozen voor de reeds genoemde optie om de uiteindelijk gerealiseerde vermogenswinst te verdelen naar rato van de lengte van de perioden van verblijf van de aanmerkelijkbelanghouder in de desbetreffende lidstaten.
In dit systeem, dat is voorgesteld door Betten1, worden geen exitclaims verhandeld tussen de lidstaten. De aankomststaat belast de vermogenswinst bij realisatie en deelt vervolgens de opbrengst met de vertrekstaat. Het clearing systeem treedt in Betten’s variant dus pas na realisatie van de aanmerkelijkbelangwinst in werking.2 Ook hier is een richtlijn of verordening nodig op grond waarvan lidstaten vermogenswinsten op aanmerkelijk belangen op een vergelijkbare wijze belasten. Daarnaast is vereist dat bij elke emigratie de waarde van het aanmerkelijk belang op het emigratiemoment wordt bepaald.3 Ten slotte dient in een richtlijn of verordening te worden geregeld dat bij realisatie van de aanmerkelijkbelangwinst belasting is verschuldigd in de actuele woonstaat, en dat elke vorige woonstaat zijn aandeel in die winst ontvangt. Bij emigratie naar een derde land dient de laatste woonstaat een exitheffing toe te passen, eventueel met een conserverend karakter inclusief zekerheidstelling.
Dit systeem heeft voor de emigrerende aanmerkelijkbelanghouder dezelfde voordelen als het systeem van verhandeling van exitclaims. Voor de betrokken lidstaten heeft het echter als nadeel dat het administratief veel bewerkelijker is. De lidstaten moeten de emigranten immers steeds blijven volgen en bij uiteindelijke realisatie van de aanmerkelijkbelangwinst de belastingopbrengst over alle betrokken staten verdelen. De verdeling van (latente) aanmerkelijkbelangverliezen zou daarbij ook nog problemen kunnen opleveren. Ingeval uiteindelijk een aanmerkelijkbelangverlies wordt geleden, zal dit mijns inziens moeten worden gedragen door de lidstaten op wier grondgebied het verlies is ontstaan. Ingeval uiteindelijk een aanmerkelijkbelangwinst wordt behaald, zal bij de verdeling daarvan naar mijn mening niet een voormalige woonstaat moeten worden betrokken waaruit de aanmerkelijkbelanghouder emigreerde met een latent aanmerkelijkbelangverlies.