De aanmerkelijkbelangregeling in internationaal perspectief
Einde inhoudsopgave
De aanmerkelijkbelangregeling in internationaal perspectief (FM nr. 123) 2007/7.4.5:7.4.5 Conclusie
De aanmerkelijkbelangregeling in internationaal perspectief (FM nr. 123) 2007/7.4.5
7.4.5 Conclusie
Documentgegevens:
Mr. dr. F.G.F. Peters, datum 01-03-2007
- Datum
01-03-2007
- Auteur
Mr. dr. F.G.F. Peters
- JCDI
JCDI:ADS365035:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Buitenlands belastingplichtige
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Heffingsbevoegdheid
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Belastingplichtige
Inkomstenbelasting / Aanmerkelijk belang (box 2)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Zie in dit kader ook het verzet van de Middel- en Oost-Europese lidstaten tegen een door Duitsland voorgesteld concept voor een uniforme Europese oplossing; zie paragraaf 8.2.3, voetnoot 52.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Een oplossing op Europees niveau voor de exitheffingenproblematiek dient zoveel mogelijk te voldoen aan de volgende uitgangspunten:
het vrije verkeer binnen de Europese Unie moet niet worden belemmerd;
de claim van de staat op wiens grondgebied de meerwaarde in het aanmerkelijk belang is ontstaan, moet (grotendeels) worden behouden; en
de oplossing moet zo min mogelijk uitvoeringsproblemen opleveren.
Hiervan uitgaande voldoet de door het HvJ EG voorgestelde re-entry charge niet. Deze leidt niet tot behoud van de fiscale claim en belemmert mijns inziens voorts op ongerechtvaardigde wijze het gebruik maken van de verdragsvrijheden. Het voorstel om de vertrekstaat een heffingsrecht op het moment van realisatie te verlenen, voldoet evenmin. De aanmerkelijkbelanghouder kan ongestoord emigreren en de claim blijft behouden, maar de doelmatigheid is onder de maat. De claim blijft jarenlang bestaan en moet eventueel nog over meerdere landsgrenzen heen worden gevolgd. Een uitgebreide uitwisseling van inlichtingen is noodzakelijk, en dooremigratie naar derde landen levert serieuze problemen op. Mijn voorkeur gaat uit naar het door Wattel voorgestelde systeem van verhandeling van exitclaims met onmiddellijke clearing. Het voldoet aan alle uitgangspunten. Het systeem van Betten – clearing na realisatie van de aanmerkelijkbelangwinst en heffing in de actuele woonstaat – voldoet ook aan beide eerste uitgangspunten, maar is voor de lidstaten bewerkelijker dan het door Wattel voorgestelde systeem. Een oplossing met directe verrekening bij emigratie verdient mijns inziens de voorkeur. De belastingclaim verdwijnt nog in hetzelfde jaar, zodat het tot in lengte van jaren volgen van aanmerkelijkbelangclaims wordt vermeden, en de noodzaak tot uitgebreide uitwisseling van inlichtingen zoveel mogelijk wordt beperkt. Vanuit een oogpunt van politieke haalbaarheid lijkt de oplossing van Wattel evenwel vooralsnog te ambitieus. Het verlenen van een heffingsrecht bij realisatie aan de staat waar een claim is opgebouwd, gaat aanzienlijk minder ver en zal daarom wellicht een realistischer optie zijn. Bedacht moet evenwel worden dat met name de zuidelijke lidstaten zonder emigratieheffing en met veel emigranten uit de noordelijke regionen, weinig belang hebben bij een oplossing voor de exitproblematiek op Europees niveau en derhalve waarschijnlijk weinig enthousiasme zullen kunnen opbrengen voor welke optie dan ook.1