Einde inhoudsopgave
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/241
241 Beroep op tenietgegaan zijn van verbintenis tot nakoming uit bewaargeving
H.W.B. thoe Schwartzenberg, datum 27-01-2023
- Datum
27-01-2023
- Auteur
H.W.B. thoe Schwartzenberg
- JCDI
JCDI:ADS691988:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Zie bijv. Hof Arnhem 8 augustus 2006, ECLI:NL:GHARN:2006:AZ5660, NJF 2007/3 en Hof Arnhem-Leeuwarden 17 september 2013, ECLI:NL:GHARL:2013:6869 (bewaargeving van geweer). Hetzelfde geldt indien partijen een bruikleenovereenkomst zijn overeengekomen en deze is geëindigd. Op de bruiklener rust de verplichting de zaken aan de uitlener terug te geven (art. 7A:1777 BW). Deze verplichting berust op nakoming van de verbintenis uit hoofde van de bruikleenovereenkomst (HR 30 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1186, NJ 2017/287, JOR 2017/282 met nt. J.E. Jansen (X/ZLM)). Zie ook Asser/Van Schaick 7-VIII 2018/195-197.
Bewaargeving
Stelt een partij dat haar wederpartij tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit overeenkomst van bewaarneming (art. 7:600 e.v. BW) en vordert zij teruggave van de in bewaring gegeven zaak, dan zal moeten vaststaan dat een dergelijke overeenkomst tot stand is gekomen en de zaak in kwestie aan de bewaarnemer is toevertrouwd. Stelt de bewaarnemer dat hij de zaak heeft teruggegeven (zie art. 7:605 lid 4 BW), dan is dat een bevrijdend verweer waarvan de bewijslast op de bewaarnemer rust.1 Hij doet een beroep op het feit dat de verbintenis waarvan nakoming wordt gevorderd teniet is gegaan.