Einde inhoudsopgave
Mediawet 2008
Artikel 7.12 [Bestuurlijke boeten en dwangsommen]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
03-03-2021, Stb. 2021, 135 (uitgifte: 17-03-2021, kamerstukken: 35256)
10-02-2021, Stb. 2021, 88 (uitgifte: 24-02-2021, kamerstukken: 35042)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-05-2021, Stb. 2021, 254 (uitgifte: 02-06-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
15-02-2021, Stb. 2021, 90 (uitgifte: 24-02-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Media
Informatierecht / Reclame
1.
Bij overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze wet, met uitzondering van de artikelen 2.34, eerste lid, 2.58, onderdelen a tot en met c, en e, 2.170, eerste tot en met zesde lid, en achtste en negende lid, en 2.170b, of van artikel 5:20, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht kan het Commissariaat aan de overtreder een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste € 225 000 per overtreding.
2.
De bestuurlijke boete bij overtreding van het bepaalde in artikel 2.34, eerste lid, bedraagt tien procent van het totale bedrag aan gelden dat gemiddeld in de kalenderjaren voorafgaand aan de overtreding tijdens de lopende erkenningperiode aan de omroeporganisatie ter beschikking is gesteld voor de verzorging van media-aanbod voor de landelijke publieke mediadienst.
3.
Bij overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze wet, met uitzondering van de artikelen 2.34, tweede lid, 2.35, 2.58, onderdeel d, 2.70, 2.71, derde en vierde lid, 2.88b tot en met 2.92, 2.94 tot en met 2.99, 2.106 tot en met 2.108, 2.111, eerste lid, 2.115 tot en met 2.124, 2.150, tweede en derde lid, 2.151, tweede lid, 2.169c, vijfde lid, 2.170, eerste tot en met zesde lid, en achtste en negende lid en 2.170b, 3.5b tot en met 3.14, 3.15, tweede lid, 3.16, 3.17, 3.19 tot en met 3.19b, 3.20 tot en met 3.26, 3.29, 3.29d, 3a.5, 4.1, 4.6, 5.1 tot en met 5.4, 6.4, 6.6, tweede lid, en 6.23 tot en met 6.25 kan het Commissariaat aan de overtreder een last onder dwangsom opleggen.