Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/1231
Proeftijd. Hof heeft ten onrechte een proeftijd van drie jaren vastgesteld.
HR 14-11-2017, ECLI:NL:HR:2017:2867
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 november 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
15/05595
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2867, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑11‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1243, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑09‑2017
Essentie
Proeftijd. Hof heeft ten onrechte een proeftijd van drie jaren vastgesteld.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 11 november 2015, nummer 22/004310-13, in de strafzaak tegen: [verdachte], adv.: mr. R.J. Baumgardt, te Rotterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.E. Harteveld:
1.
De verdachte is bij arrest van 11 november 2015 door het Gerechtshof Den Haag wegens 1 en 3 “De voortgezette handeling van medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd en medeplegen van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.