Einde inhoudsopgave
Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid
Artikel 59
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2022
- Bronpublicatie:
28-10-2020, Stb. 2020, 442 (uitgifte: 13-11-2020, kamerstukken: 35106)
- Inwerkingtreding
01-05-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-10-2021, Stb. 2021, 499 (uitgifte: 27-10-2021, kamerstukken: 33328)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met art. 5.1 van de Wet open overheid (25-10-2021, Stb. 499).
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Bestuur
1.
De raad maakt het rapport openbaar.
2.
De raad zendt het rapport in elk geval aan Onze Minister wie het aangaat, en de natuurlijke persoon, de betrokken onderneming, de betrokken nationale luchtvaartautoriteit, de rechtspersoon of het bestuursorgaan waartoe een aanbeveling zich richt. De raad zendt het rapport in elk geval tevens in afschrift aan Onze Minister, een betrokken bestuursorgaan en degenen die zijn bedoeld in artikel 48, tweede lid, onderdeel a.
3.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over het in daarbij aangewezen gevallen toezenden van het rapport aan een buitenlandse staat, de Commissie van de Europese Gemeenschappen dan wel een internationale organisatie.
4.
Een ieder kan een afschrift van het rapport verkrijgen. De raad kan voor een afschrift kosten in rekening brengen. De kosten worden berekend overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens artikel 8.6 van de Wet open overheid.
5.
Concepten van het rapport, informatie die ten behoeve van een onderzoek door de raad is verzameld, alsmede informatie die de raad ingevolge het bij of krachtens deze wet bepaalde, gedurende het onderzoek aan anderen heeft verstrekt zijn niet openbaar.