Einde inhoudsopgave
Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid
Artikel 45
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Aruba, Curacao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van het Koninkrijk.
- Bronpublicatie:
07-07-2010, Stb. 2010, 339 (uitgifte: 01-09-2010, kamerstukken: 32186)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 388 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Bestuur
1.
De raad kan toestaan dat op verzoek van een staat één of meer vertegenwoordigers van die staat aan het onderzoek deelnemen. Onze Minister wie het aangaat, kan door tussenkomst van Onze Minister van Buitenlandse Zaken ook een dergelijk verzoek tot een andere staat richten.
2.
In geval van een onderzoek naar militaire voorvallen waarbij, behalve betrokkenheid van materieel, personeel of voorzieningen van de Nederlandse krijgsmacht, tevens sprake is van betrokkenheid van materieel, personeel of voorzieningen van een of meer andere staten, aangesloten bij de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, stelt de raad vertegenwoordigers van die staat of staten in de gelegenheid aan het onderzoek deel te nemen.
3.
In geval van een onderzoek naar voorvallen waarbij Aruba, Curaçao of Sint Maarten betrokken zijn, kan de raad toestaan dat op verzoek van de regering van Aruba, Curaçao onderscheidenlijk Sint Maarten één of meer vertegenwoordigers van Aruba, Curaçao onderscheidenlijk Sint Maarten aan het onderzoek deelnemen.
4.
De vertegenwoordigers kunnen zich door deskundigen doen bijstaan.
5.
De vertegenwoordigers en deskundigen hebben toegang tot de tijdens het onderzoek vergaarde gegevens en informatie, mits zij zich tot geheimhouding verplichten en zij in de staten of landen die zij vertegenwoordigen, niet aan een ruimere openbaarheid van gegevens zijn gehouden dan ingevolge deze rijkswet mogelijk is. Zij geven aan de raad alle relevante informatie die zij ter beschikking hebben.
6.
Bij ministeriële regeling wordt bepaald in welke gevallen de raad in verband met internationale afspraken verplicht is toepassing te geven aan het eerste lid. Bij ministeriële regeling wordt eveneens bepaald in welke gevallen Onze Minister in Nederland wie het aangaat, verplicht is een verzoek te doen als bedoeld in het eerste lid.
7.
Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur of algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld omtrent de bevoegdheden van nader aangeduide vertegenwoordigers en de deskundigen die hen bijstaan.