Einde inhoudsopgave
Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid
Artikel 57
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2022
- Bronpublicatie:
28-10-2020, Stb. 2020, 442 (uitgifte: 13-11-2020, kamerstukken: 35106)
- Inwerkingtreding
01-05-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-10-2021, Stb. 2021, 499 (uitgifte: 27-10-2021, kamerstukken: 33328)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met art. 5.1 van de Wet open overheid (25-10-2021, Stb. 499).
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Bestuur
1.
De raad neemt door hem vergaarde informatie niet in het rapport op voor zover dit:
- a.
de eenheid van de Kroon in gevaar zou kunnen brengen;
- b.
de veiligheid van het Koninkrijk zou kunnen schaden;
- c.
persoonsgegevens betreft als bedoeld in paragraaf 3.1 onderscheidenlijk paragraaf 3.2 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, tenzij de betrokkene uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven voor opname van deze persoonsgegevens in het rapport of deze persoonsgegevens kennelijk door de betrokkene openbaar zijn gemaakt;
- d.
nummers betreft die dienen ter identificatie van personen die bij wet of algemene maatregel van bestuur zijn voorgeschreven op grond van artikel 46 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming.
2.
De raad neemt eveneens door hem vergaarde informatie niet in het rapport op voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen:
- a.
de betrekkingen van het Koninkrijk of de landen van het Koninkrijk met andere staten of met internationale organisaties;
- b.
de economische of financiële belangen van het Koninkrijk, van de publiekrechtelijke lichamen en bestuursorganen van de landen van het Koninkrijk, of van de in artikel 1a, onderdeel c en d, van de Wet openbaarheid van bestuur bedoelde bestuursorganen;
- c.
de opsporing en vervolging van strafbare feiten;
- d.
inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen van de landen van het Koninkrijk;
- e.
de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer;
- f.
bedrijfs- en fabricagegegevens die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld, alsmede andere concurrentiegevoelige bedrijfs- en fabricagegegevens;
- g.
de bescherming van het milieu waarop deze informatie betrekking heeft;
- h.
de beveiliging van personen en bedrijven en het voorkomen van sabotage;
- i.
het goed functioneren van de Staat, andere publiekrechtelijke lichamen of bestuursorganen;
- j.
indien geen sprake is van milieu-informatie, de onevenredige benadeling van een ander belang dan genoemd in het eerste of tweede lid.
3.
Het tweede lid, aanhef en onderdeel b, is van toepassing op het opnemen in het rapport van milieu-informatie, als bedoeld in artikel 19.1a van de Wet milieubeheer, voor zover deze handelingen betreft met een vertrouwelijk karakter.
4.
Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op milieu-informatie die betrekking heeft op emissies in het milieu.
5.
Het derde lid is niet van toepassing op milieu-informatie die op Aruba, Curaçao, Sint Maarten of de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba betrekking heeft.