Einde inhoudsopgave
Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid
Artikel 55
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2010
- Redactionele toelichting
Deze Rijkswet is in werking getreden t.a.v. de bepalingen over onderzoek naar ongevallen en incidenten met een zeeschip dat niet in gebruik is bij de Minister van Defensie of een buitenlandse krijgsmacht.
- Bronpublicatie:
02-12-2004, Stb. 2004, 677 (uitgifte: 23-12-2004, kamerstukken: 28634)
- Inwerkingtreding
01-01-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2009, Stb. 2009, 563 (uitgifte: 23-12-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Bestuur
1.
Ter afronding van zijn onderzoek stelt de raad een rapport op.
2.
Het rapport bevat in ieder geval, voor zover het onderzoek zich daartoe uitstrekt:
- a.
een analyse van de toedracht van het voorval en het omgaan met de gevolgen alsmede de gegevens waarop deze analyse berust;
- b.
de vaststelling van de oorzaken of de vermoedelijke oorzaken van het voorval en de omvang van zijn gevolgen;
- c.
indien daartoe aanleiding bestaat, de constatering van structurele veiligheidstekorten en daaraan verbonden aanbevelingen.
3.
In het rapport worden gegevens, ontleend aan documenten en andere gegevensdragers als bedoeld in artikel 69, eerste lid, onderdeel a tot en met e, slechts opgenomen voor zover zij wezenlijk zijn voor de analyse van de toedracht van het voorval of de onderbouwing van de conclusies. Het rapport vermeldt niet de naam, het adres of identificatiegegevens van gelijksoortige aard ten aanzien van de personen die betrokken zijn bij een ongeval of incident.
4.
De raad kan een rapport in twee gedeelten uitbrengen indien hij een onderzoek instelt naar zowel een voorval als het omgaan met de gevolgen daarvan. Indien het rapport in twee gedeelten wordt uitgebracht, gelden de voorschriften met betrekking tot het rapport voor elk van beide gedeelten.
5.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere voorschriften omtrent het rapport worden vastgesteld.