Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/738
Stelselmatige inwinning van informatie als bedoeld in art. 126j Sv. Inbreuk op verklaringsvrijheid bij kwetsbare verdachte.
HR 22-06-2021, ECLI:NL:HR:2021:947
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 juni 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers, C. Caminada
- Zaaknummer
20/00257
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Voorfase
Politierecht / Bevoegdheden
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:947, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑06‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:295, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑03‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑12‑2019
- Wetingang
Essentie
Stelselmatige inwinning van informatie als bedoeld in art. 126j Sv. Oordeel hof dat geen inbreuk is gemaakt op verklaringsvrijheid bij kwetsbare verdachte onvoldoende gemotiveerd.
Samenvatting
Het cassatiemiddel klaagt onder meer over het oordeel van het hof dat de door de verdachte tegenover een niet als zodanig herkenbare opsporingsambtenaar afgelegde verklaring niet in strijd met de verklaringsvrijheid is afgelegd.
De Hoge Raad verwijst naar de ter zake relevante overwegingen in HR 9 maart 2004, NJ 2004/263, m.nt. Schalken. Voorts overweegt de Hoge Raad dat voor de beoordeling of de verklaringen van de verdachte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.