Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/770
Herziening. V.zv. de aanvraag steunt op de beslissing van de belastingkamer van het hof waarin het bewijsmateriaal dat ook in de strafzaak aan de orde was, anders zou zijn beoordeeld dan door de strafrechter, kan het niet tot herziening leiden. Daarbij neemt de HR in aanmerking dat het hof met dit arrest van de belastingkamer bekend was en daarnaar heeft verwezen alsmede dat de opvatting van verzoeker dat in dat arrest nieuwe criteria zouden zijn gegeven waaraan een matras moet voldoen om als antidecubitusmatras te kunnen worden aangemerkt, niet een gegeven betreft i.d.z.v. art. 457 lid 1 aanhef sub c Sv. v.zv. de aanvraag voor het overige steunt op de algemene verwijzing naar het bij de aanvraag gevoegde omvangrijke beroepschrift, doet deze niet het ernstige vermoeden ontstaan. HR wijst aanvraag af.
HR 29-06-2021, ECLI:NL:HR:2021:996
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 juni 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
21/00108 H
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:996, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑06‑2021
Essentie
Herziening. V.zv. de aanvraag steunt op de beslissing van de belastingkamer van het hof waarin het bewijsmateriaal dat ook in de strafzaak aan de orde was, anders zou zijn beoordeeld dan door de strafrechter, kan het niet tot herziening leiden. Daarbij neemt de HR in aanmerking dat het hof met dit arrest van de belastingkamer bekend was en daarnaar heeft verwezen alsmede dat de opvatting van verzoeker dat in dat arrest nieuwe criteria zouden zijn gegeven waaraan een matras moet voldoen om als antidecubitusmatras te kunnen worden aangemerkt, niet een gegeven betreft i.d.z.v. art. 457 lid 1 aanhef ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.