NJ 2004, 263
Criteria inzet politie-informant in Huis van Bewaring. Beletten beantwoording vragen door getuige.
HR 09-03-2004, ECLI:NL:HR:2004:AN9195, m.nt. T.M. Schalken (Jailplant)
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 maart 2004
- Magistraten
Mrs. W.J.M. Davids, G.J.M. Corstens, B.C. de Savornin Lohman, W.A.M, van Schendel, J. de Hullu
- Zaaknummer
02006/03
- Conclusie
A-G Wortel
- Noot
T.M. Schalken
- LJN
AN9195
- Roepnaam
Jailplant
- JCDI
JCDI:ADS159967:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AN9195, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑03‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AN9195, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑03‑2004
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 1; EVRM art. 8; Sv art. 29 lid 1; Sv art. 126j
Essentie
1. De door de verdediging gestelde vragen aan de getuige strekten er onmiskenbaar toe informatie te verkrijgen welke van belang kon zijn voor de waardering van de betrouwbaarheid en de bruikbaarheid van de in de onderhavige zaak afgelegde verklaringen van de getuige. 's Hofs oordeel dat wordt belet de vragen te beantwoorden omdat die vragen kennelijk niet van belang kunnen zijn voor de beantwoording van de vragen van art. 348 en 350 Sv, is ontoereikend gemotiveerd.
2. Het stelselmatig inwinnen van informatie waarbij een opsporingsambtenaar onder een andere identiteit in de omgeving van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.