Einde inhoudsopgave
Besluit bedrijfsopvolgingsregeling schenk- en erfbelasting
3.9.3 Preferente aandelen uitgegeven bij toepassing geruisloze omzetting en inbreng
Geldend
Geldend vanaf 15-06-2024
- Bronpublicatie:
04-06-2024, Stcrt. 2024, 13949 (uitgifte: 14-06-2024, regelingnummer: 2024-0000012721)
- Inwerkingtreding
15-06-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-06-2024, Stcrt. 2024, 13949 (uitgifte: 14-06-2024, regelingnummer: 2024-0000012721)
- Vakgebied(en)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
Schenk- en erfbelasting / Schenkbelasting
Bij de toepassing van de faciliteit van de geruisloze omzetting (artikel 3.65 van de Wet IB 2001) is het mogelijk dat naast gewone aandelen cumulatief preferente aandelen zijn uitgereikt. Deze cumulatief preferente aandelen voldoen niet aan de vereisten van artikel 35c, vierde lid, van de Successiewet. Daarom is op deze aandelen de BOR niet van toepassing. Gezien de eisen die artikel 3.65 van de Wet IB 2001 stelt in de situatie dat twee of meer deelnemers in een samenwerkingsverband hun onderneming in dezelfde vennootschap inbrengen (zie met name de vijfde standaardvoorwaarde en de toelichting behorende bij het besluit van 30 juni 2010, nr. DGB 2010/3599M, Staatscourant 2010, 10512), vind ik dit onredelijk. Daarom keur ik het volgende onder voorwaarden goed.
Goedkeuring
Ik keur onder voorwaarden goed dat de cumulatief preferente aandelen, die bij de hierboven omschreven inbreng worden uitgereikt, geacht worden te voldoen aan artikel 35c, vierde lid, onderdelen a, b en d, van de Successiewet.
Voorwaarden
Aan deze goedkeuring verbind ik de volgende voorwaarden:
- –
De bij de geruisloze omzetting aan iedere inbrenger uitgereikte gewone en cumulatief preferente aandelen blijven aan elkaar gekoppeld.
- –
De cumulatief preferente aandelen worden naar evenredigheid gekoppeld aan de gewone aandelen.
- –
De verkrijger verkrijgt tegelijk met de gewone aandelen in de omgezette onderneming, de daaraan naar evenredigheid gekoppelde cumulatief preferente aandelen.
- –
De goedkeuring geldt uitsluitend voor de cumulatief preferente aandelen die in verband met de geruisloze omzetting zijn verkregen.
Voorgaande voorwaardelijke goedkeuring geldt ook indien twee of meer deelnemers in een samenwerkingsverband hun (subjectieve) onderneming in hun persoonlijke houdstervennootschap inbrengen en de houdstervennootschappen vervolgens hun onderneming met toepassing van artikel 14 van de Wet VPB laten uitzakken in een gezamenlijke werkmaatschappij, waarbij cumulatief preferente aandelen worden uitgereikt.
Voorbeeld
X en Y drijven samen een vennootschap onder firma. Het kapitaal van X in de vennootschap is 600 en het kapitaal van Y is 500. Ieder ontvangt een arbeidsbeloning, een rentevergoeding over diens kapitaal en is gerechtigd tot de helft van de winst. Ze richten een BV op en brengen hun (subjectieve) ondernemingen met toepassing van artikel 3.65 van de Wet IB 2001 geruisloos in. Voor de inbreng reikt de BV aandelen uit, waarbij X 50 gewone aandelen met elk een waarde van 10 en 5 cumulatief preferente aandelen met elk een waarde van 20 krijgt. Y krijgt 50 gewone aandelen met elk een waarde van 10. Als X gelijktijdig 30 van zijn gewone aandelen en 3 van zijn cumulatief preferente aandelen schenkt, kan de verkrijger een beroep op deze goedkeuring doen.