Einde inhoudsopgave
Besluit bedrijfsopvolgingsregeling schenk- en erfbelasting
3.9 Preferente aandelen
Geldend
Geldend vanaf 15-06-2024
- Redactionele toelichting
Onderdeel 3.9.3 is ingevoegd.
- Bronpublicatie:
04-06-2024, Stcrt. 2024, 13949 (uitgifte: 14-06-2024, regelingnummer: 2024-0000012721)
- Inwerkingtreding
15-06-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-06-2024, Stcrt. 2024, 13949 (uitgifte: 14-06-2024, regelingnummer: 2024-0000012721)
- Vakgebied(en)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
Schenk- en erfbelasting / Schenkbelasting
Op de schenking of vererving van preferente aandelen is de BOR onder voorwaarden van toepassing (artikel 35c, vierde lid, van de Successiewet). Voor indirect gehouden preferente aandelen zijn de voorwaarden opgenomen in artikel 8, derde lid, van de Uitvoeringsregeling.
Zo moeten bijvoorbeeld bij de omzetting van gewone aandelen in preferente aandelen, gewone aandelen zijn uitgegeven aan een ander (artikel 35c, vierde lid, onderdeel b, van de Successiewet en artikel 8, derde lid, onderdeel b, van de Uitvoeringsregeling). De verkrijger van de (indirect gehouden) preferente aandelen moet ten tijde van de verkrijging reeds voor ten minste 5% van het geplaatste kapitaal aandeelhouder zijn van die nieuw uitgegeven aandelen (artikel 35c, vierde lid, onderdeel d, van de Successiewet en artikel 8, derde lid, onderdeel d, van de Uitvoeringsregeling). De verkrijger van de preferente aandelen hoeft dus niet bij de omzetting al te voldoen aan het 5%-vereiste. Als de verkrijger ooit wel voldeed aan het 5%-vereiste, maar ten tijde van de verkrijging niet meer, dan is niet voldaan aan de vereisten.
Voor de verkrijger van indirecte preferente aandelen is de tekst van artikel 8, derde lid, onderdeel d, van de Uitvoeringsregeling van belang. De verkrijger mag de nieuwe gewone aandelen, die bij de omzetting van gewone aandelen in preferente aandelen zijn uitgegeven, direct of indirect houden.
Voor de directe preferente aandelen is bepaald dat de verkrijger aandeelhouder is van de bij de omzetting nieuw uitgegeven gewone aandelen (artikel 35c, vierde lid, onderdeel d, van de Successiewet). Het is echter geen bezwaar als de verkrijger de aandelen indirect houdt. Artikel 35c, vierde lid, onderdeel d, van de Successiewet, kan dus zo worden gelezen dat de verkrijger van de preferente aandelen reeds voor ten minste 5% van het geplaatste kapitaal direct of indirect aandeelhouder is van gewone aandelen als bedoeld in onderdeel b.
Onbenoemd 3.9.1 Preferente aandelen die zijn ontstaan vóór 2010
Onbenoemd 3.9.2 Preferente aandelen die vóór 2010 zijn ontstaan door omwisseling van een vordering
Onbenoemd 3.9.3 Preferente aandelen uitgegeven bij toepassing geruisloze omzetting en inbreng