Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/1249
Faillissementsrecht. Verzet tegen tussentijdse uitdelingslijst (art. 184 Fw). Door derde ten gunste van crediteur van de schuldenaar gestelde bankgarantie; heeft de derde een boedelvordering wegens ongerechtvaardigde verrijking omdat de bankgarantie ten onrechte is getrokken en het geïnde bedrag is terugbetaald aan de boedel? Uitleg arbitraal vonnis.
HR 27-11-2020, ECLI:NL:HR:2020:1892
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 november 2020
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
19/04692
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1892, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑11‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:473, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑05‑2020
Essentie
Faillissementsrecht. Verzet tegen tussentijdse uitdelingslijst (art. 184 Fw). Door derde ten gunste van crediteur van de schuldenaar gestelde bankgarantie; heeft de derde een boedelvordering wegens ongerechtvaardigde verrijking omdat de bankgarantie ten onrechte is getrokken en het geïnde bedrag is terugbetaald aan de boedel? Uitleg arbitraal vonnis.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 19/04692
Datum 27 november 2020
BESCHIKKING
In de zaak van
R.W. KARSKENS, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [A] B.V. kantoorhoudende te Utrecht,
VERZOEKER tot cassatie,
hierna: de curator,
advocaat: T.T. van Zanten,
tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.