De civielrechtelijke zorgplicht van de beleggingsdienstverlener jegens de niet-particuliere cliënt
Einde inhoudsopgave
De civielrechtelijke zorgplicht van de beleggingsdienstverlener (O&R nr. 101) 2017/4.3:4.3 Argumenten tegen bepaling van de civielrechtelijke zorgplicht jegens niet-particuliere cliënten door de MiFID-loyaliteitsverplichting
De civielrechtelijke zorgplicht van de beleggingsdienstverlener (O&R nr. 101) 2017/4.3
4.3 Argumenten tegen bepaling van de civielrechtelijke zorgplicht jegens niet-particuliere cliënten door de MiFID-loyaliteitsverplichting
Documentgegevens:
I.P.M.J. Janssen, datum 01-03-2017
- Datum
01-03-2017
- Auteur
I.P.M.J. Janssen
- JCDI
JCDI:ADS371499:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Voor een zuivere benadering is het van belang om te realiseren dat de rechtspraak die zij aanhalen in het kader van de civielrechtelijke zorgplicht, steeds ziet op de particuliere cliënt.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In de vorige paragraaf heb ik alle argumenten besproken die pleiten vóór bepaling van de civielrechtelijke zorgplicht tegenover de niet-particuliere cliënt door de MiFID-loyaliteitsverplichting. In deze paragraaf schets ik de argumenten die worden aangevoerd tegen bepaling van de civielrechtelijke zorgplicht door de MiFID-loyaliteitsverplichting.1 Deze stroming duid ik ten behoeve van de leesbaarheid in het vervolg van deze paragraaf aan als ‘tegenstanders’. Waar mogelijk weerleg ik de argumenten van deze ‘tegenstanders’ ter versterking van mijn standpunt.
4.3.1 Tegenargument 1: Het privaatrecht en publiekrecht zijn twee verschillende rechtsgebieden4.3.2 Tegenargument 2: De normen uit MiFID zijn ex ante opgesteld4.3.3 Tegenargument 3: MiFID dient slechts het publieke belang4.3.4 Tegenargument 4: Beleggersbescherming gaat verloren bij bepaling van de civielrechtelijke zorgplicht door de MiFID-loyaliteitsverplichting4.3.5 Conclusie