De civielrechtelijke zorgplicht van de beleggingsdienstverlener jegens de niet-particuliere cliënt
Einde inhoudsopgave
De civielrechtelijke zorgplicht van de beleggingsdienstverlener (O&R nr. 101) 2017/4.3.5:4.3.5 Conclusie
De civielrechtelijke zorgplicht van de beleggingsdienstverlener (O&R nr. 101) 2017/4.3.5
4.3.5 Conclusie
Documentgegevens:
I.P.M.J. Janssen, datum 01-03-2017
- Datum
01-03-2017
- Auteur
I.P.M.J. Janssen
- JCDI
JCDI:ADS369157:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Geen van de argumenten die tegen bepaling van de civielrechtelijke zorgplicht door de MiFID-loyaliteitsverplichting kan worden aangedragen, blijft mijns inziens overeind. Dat het privaatrecht en publiekrecht twee verschillende rechtsgebieden zijn, is in de huidige tijd geen valide argument meer nu al veel kruisbestuiving tussen beide rechtsgebieden plaatsvindt. Het feit dat de normen uit MiFID ex ante zijn opgesteld, laat de mogelijkheid onverlet om ook bij de MiFID-loyaliteitsverplichting te anticiperen op onvoorziene omstandigheden en ontwikkelingen. Verder doet het feit dat MiFID het publieke belang dient, geen afbreuk aan de belangen van de individuele cliënt. Sterker nog, dit publieke belang dient mede de beleggersbescherming. Als laatste blijkt dat de inhoudelijke bescherming die uitgaat van de MiFID-loyaliteitsverplichting de cliënt ook niet benadeelt ten opzichte van de huidige bescherming die in ieder geval de particuliere cliënt geniet op basis van de civielrechtelijke zorgplicht.
Nu de stelling dat de civielrechtelijke zorgplicht door de MiFID-loyaliteitsverplichting bepaald moet worden stand houdt, ga ik over tot de inhoudelijke uitwerking van deze benadering.