RvdW 2021/232:Strafoplegging bevat geen opgave van redenen die i.h.b. hebben geleid tot keuze van het opleggen van vrijheidsbenemende straf, hetgeen in strijd is met art. 359 lid 6 Sv en o.g.v. art. 359 lid 8 Sv tot nietigheid leidt (vgl. NJ 2016/437). Volgt partiële vernietiging t.a.v. strafoplegging en terugwijzing.